6.2
Voorschriften voor elektrische installatie
De maximale leidinglengte van de voelerleidingen van
50 m mag niet worden overschreden.
Aansluitleidingen met 230 V/400 V en voeler- of buslei-
dingen moeten vanaf een lengte van 10 m apart worden
gelegd.
Vrije klemmen van het toestel mogen niet als steun-
klemmen voor andere bedrading gebruikt worden.
6.3
Elektrische schakelkast
10
9
8
Afb. 6.1 Elektrische schakelkast
Legenda bij afb. 6.1
1
Trekontlastingen
2 Aansluitstrip voor sensoren en externe componenten
3 Thermostaatprintplaat (onder afdekplaat)
4 Elektriciteitsvoorziening warmtepomp (ongeblokkeerde netvoe-
ding)
5 Stroomvoorziening voor elektrische hulpverwarming en rege-
ling (gescheiden netvoeding)
6 Aansluitklemmen aanloopstroombegrenzer (toebehoren)
7 Veiligheidstemperatuurbegrenzer (TB) van extra verwarming
8 Printplaat aanloopstroombegrenzer (toebehoren)
9 Veiligheidsschakelaar compressor
10 Veiligheidsschakelaar extra verwarmingselement
Op de elektrische schakelkast zijn bovendien hangend
twee leidingrollen gemonteerd (hier niet afgebeeld):
– kleine tweepolige stekker:
aansluitleiding voor bedieningsconsole
– grote driepolige stekker:
stroomvoorziening voor vrnetDIALOG
Een stuurleiding voor vrnetDIALOG is bovendien bij de
levering (bijverpakking) inbegrepen.
Installatiehandleiding geoTHERM exclusiv VWS 0020045207_02
6.4
Stroomvoorziening aansluiten
Door de netexploitanten worden verschillende manieren
van stroomvoorziening voor warmtepompen voorzien.
De warmtepomp kan met verschillende soorten netvoe-
ding worden gebruikt. Op de volgende pagina's zijn drie
aansluitmethoden beschreven.
• Voer de voedingsleiding(en) door de linker greep in de
achterwand van het toestel.
• Voer de leidingen door het leidingkanaal in de isolatie
van de warmwaterboiler (zie afb. 2.7, pos. 1) naar be-
neden naar de elektrische schakelkast, door de pas-
sende trekontlastingen en naar de aansluitklemmen
van de aansluitstrip.
1
• Voer de aansluitbedrading uit zoals afgebeeld in de
2
volgende bedradingsschema's.
h
Aanwijzing!
De afdekkingen van het toestel worden
pas na afsluiting van de installatiewerk-
zaamheden gemonteerd.
3
4
5
6
7
Elektrische installatie 6
29