Starten in gesloten ruimtes, tunnels, mijngangen of diepe
kuilen
De uitlaatgassen van motoren zijn lebensgevaarlijk!
Daarom moet u er zich bij het werken in gesloten ruimtes, tun-
nels, mijngangen of diepe kuilen ervan overtuigen dat voldoende
ademlucht voorde gezondheid aanwezig is (zie voor schriften ter
vermijding van ongevallen op „bouwwerken", VBG 37 § 40 en §
41).
Machine besturen
Bedieningsinrichtingen die volgens de bestemming bij het losla-
ten automatisch een andere stand innemen, mogen niet vastge-
zet worden.
Beschermende inrichtingen en remmen bij het begin van de rit op
hun werkzaamheid controleren.
Bij achteruitrijden, vooral bij kanten van kuilen en voor- uitspring-
ende gedeeltes en bij hindernissen de machine zo besturen, dat
het gevaar van omvallen of beklemd raken van de machinsit uit-
gesloten zijn. Houdt steeds voldoende afstand van de randen
van bouwputten en bermen en laat ook iedere werkswijze na, die
de stabiliteit van de machine ongunstig kan beinvloeden.
Met de machine steeds zo werken, dat verwondingen van de
handen door vaste voorwerpen worden vermeden.
Op hellingen voorzichtig en altijd in directe richting naar boven rij-
den.
Op steile hellingen naar boven toe achterwaarts rijden om uit te
sluiten dat de machine op de machinist valt.
Als gebreken aan veiligheidsinrichtingen of andere gebreken die
het veilige werken met de machine ongunstig beinvloeden vast-
gesteld worden, mag er onmiddellijk niet meer met de machine
worden gewerkt en het gebrek moet worden opgeheven.
Bij verdichtingswerkzaamheden in de nabijheid van gebouwen
en boven buisleidingen en dergelijke moeten de uitwerking van
de trillingen op het gebouw respectievelijk de leidingen gecon-
troleerd worden en eventueel met verdichten ophouden.
Machine parkeren
De machine indien mogelijk op een vlakke vaste ondergrond zet-
ten. De aandrijving stoppen, tegen ongewilde beweging en onbe-
voegd gebruik beveiligen.
Indien aanwezig de brandstofkraan sluiten. Apparaten met gein-
tegreerd rijmechanisme niet op het chassis zetten of opslaan.
Het rijmechanisme is uitsluitend voor het transport van de machi-
ne gedacht.
Tanken
Alleen bij uitgeschakelde motor tanken.
Op stevig zitten van het tankdeksel letten.
Geen open vuur, niet roken.
Geen brandstof morsen. Naar buiten komende brandstof op-
vangen, niet de grond laten sijpelen.
Lekke brandstoftanks kunnen ontploffingen veroorzaken en
moeten daarom onmiddelijk vervangen worden.
Onderhouds- en reparatie werkzaamheden
In de gebruiksaanwijzing voorgeschreven onderhouds-, inspec-
tie- en instelwerkzaamheden en de termijnen ervoor met inbegrip
van de gegevens omtrent het vervangen van onder- delen waar-
nemen.
Onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalifi-
ceerde en daarmee belaste personen uitgevoerd worden.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend bij
stilstaande aandrijving uitgevoerd worden.
1. Veiligheidsvoorschriften
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend uitvoeren
als de machine op een effen en stevige ondergrond staat en te-
gen wegrijden is beveiligd.
Bij het vgerwangen van grotere constructiegroepen en onder-
delen uitsluitend geschikte en technisch onberispelijke hijs-
werktuigen en lastopnamemiddelen met voldoende draag-
kracht gebruiken. De onderdelen zorgvuldig aan hijswerktuigen
bevestigen en beveiligen!
Onderdelen moeten aan de door de fabriek vastgelegte techni-
sche eisen voldoen. Daarom uitsluitend originele onderdelen ge-
bruiken.
Voor werkzaamheden aan hydraulische leidingen worden uitge-
voerd moeten deze drukloos gemaakt worden. Onder druk naar
buiten komende hydraulische olie kan ernstige verwondingen
veroorzaken.
Werkzaamheden aan hydraulische inrichtingen mogen uitslui-
tend door personen mit speciale kennis en ervaring op hydrau-
lisch gebied uitgevoerd worden!
Overdrukventielen niet verstellen.
Hydraulische olie bij bedrijfstemperatuur aftappen - Gevaar van
verbranding!
Naar buiten komende hydraulische olie opvangen en milieu-
vriendelijk opbergen.
Bij afgetapte hydraulische olie de motor in geen geval starten.
Na alle werkzaamheden (bij nog drukloze installatie) de dichtheid
van alle aansluitigen en schroefverbindingen controleren.
Alle slangen en schroefverbindingen moeten regelmatig op lek-
kage en uiterlijk herkenbare beschadigingen gecontroleerd wor-
den! Beschadigingen omgaand opheffen.
Hydraulische slangleidingen bij uitwendige beschadigingen res-
pectievelijk in het algemeen in passende periodes (in overeen-
stemming met de gebruikstijd) vervangen, ook als er geen, wat
de veiligheid betreft, relevante gebreken te zien zijn.
Vóór werkzaamheden aan elektrische installaties van de machi-
ne moet de accu afgeklemd worden, bovendien moet hij isole-
rend toedekt of gemonteerd worden.
De elektrische uitrusting van de machine regelmatig controleren.
Gebreken zoals losse verbindingen, doorgeschuurde plekken
respectievelijk smeulende kabels moeten onmiddelijk opgehe-
ven worden.
Gevulde accu's staand transporteren en het vrijkomen van zuur
vermijden.
Bij het transport de accu beveiligen tegen kantelen, kortsluiting,
wegglijden en beschadigingen.
Bij het laden van de accu de sluitstop verwijderen om opeenho-
ping van uiterst explosief gasmengsel te voorkomen.
Bij het werken met accu's niet roken, geen open vuur; vonken
vermijden.
Geen gereedschap op de accu leggen.
Geen zuur op kleding of huid morsen. Bij verwondingen door
zuur onmiddellijk met schoon water afspoelen en een arts raad-
plegen.
Oude accu's moeten correct worden afgevoerd.
Alle beschermende inrichtingen na onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden weer behoorlijk aanbhrengen en controleren.
Controle
Wegwalsen, sleuvenwalsen en trilplaten moeten in overeen-
stemmingmet de gebruiksomstandigheden en de verhoudingen
tijdens het werk volgens behoefte, echter minstens 1 maal per
jaar door een deskundige op hun betrowbasarheid gecontroleerd
worden.
3
3