AFDRUKKEN
In dit onderdeel worden de basisprocedures voor het afdrukken uitgelegd.
Windows
In het volgende voorbeeld wordt uitgelegd hoe u een document van A4-formaat
afdrukt uit WordPad, een standaardprogramma dat met Windows wordt
meegeleverd.
Om het printerstuurprogramma te installeren en de instellingen te configureren
in een Windows-omgeving, verwijzen we naar "2. INSTALLATIE IN EEN
WINDOWS-OMGEVING" in de Handleiding Software-installatie.
Voor informatie over de beschikbare printerstuurprogramma's en de
vereisten voor hun gebruiken, verwijzen we naar "PRINTERFUNCTIE VAN
HET APPARAAT" in "3. PRINTER" in de bedieningshandleiding.
(1)
(2)
(1)
62
1
Selecteer de
afdrukopdracht
in de toepassing.
(1) Open het menu [Archief].
(2) Selecteer [Afdrukken].
2
Open het instelvenster
van de printerdriver.
(1) Selecteer de
printerdriver van het
apparaat.
(2) Klik op de knop
(2)
[Voorkeursinstellingen].
In Windows 2000 verschijnt de
knop [Voorkeursinstellingen]
niet. Klik op elke tab in het
dialoogvenster "Afdrukken"
om de instellingen op dat
tabblad te wijzigen.
Klik in Windows 98/Me/NT 4.0
op de knop [Eigenschappen].