Instandhouden
9.1 Inspectie en onderhoud
Nasmeerintervallen
De nodige nasmeerintervallen worden in principe bepaald door de vervuiling van de omgeving
en de tijd die de machine ingeschakeld is. Daarom kunnen de intervallen ook uitsluitend onder
inachtneming van de betreffende bedrijfsomstandigheden worden bepaald. Controleer of de
groef van de afdichting constant met vet gevuld is.
9.1.11
Koelluchtwegen zuiveren
Om voldoende koeling voor de machine te garanderen, moeten de koelluchttrajecten vrij van
vervuilingen zijn.
● Maak roosters, kanalen, rippels, buizen etc. regelmatig vrij van stof en andere vervuilingen.
9.1.12
Lakschade verbeteren
Als de lak beschadigd is, verbeter dan de lakschade. Daarmee is de corrosiebescherming
gewaarborgd.
Opmerking
Lakopbouw
Neem contact op met het Service Center (Pagina 171) voor u de lakschade bijwerkt. Daar
verkrijgt u verdere informatie over de correcte lakopbouw en voor het verbeteren van de
lakschade.
9.1.13
Nalakken
Explosiegevaar door verkeerde laklaag
Bij grotere laklaagdikte kan de laklaag elektrostatisch opladen. Het kan een ontlading
ontstaan. Explosiegevaar is aanwezig op het moment dat ook explosieve mengsels aanwezig
zijn. Dit kan zware tot dodelijke letsels of aanzienlijke materiële schade veroorzaken.
Als u de gelakte oppervlakken opnieuw lakt, neem dan de volgende vereisten in acht:
● Begrenzing van de totale laklaagdikte volgens de explosiegroep:
● Begrenzing van de oppervlakteweerstand van de gebruikte lak:
132
WAARSCHUWING
– IIA, IIB: Totale lakdikte ≤ 2 mm
– IIC: Volledige dikte laklaag ≤ 0,2 mm bij motoren van groep II (gas)
– Oppervlakteweerstand ≤ 1GΩ bij motoren van groep II en III (gas en stof)
SIMOTICS FD 1MM1
Bedieningshandleiding 02/2019