Elektrische aansluitingen
•
Het contract met de energieleverancier moet voldoende zijn om
niet alleen het vermogen van het apparaat te dekken, maar ook
de som van de vermogens van alle apparaten die tegelijkertijd in
werking kunnen zijn. Als het vermogen onvoldoende is, controleer
dan bij de energieleverancier de waarde van het in uw contract
opgenomen vermogen
•
Informeer bij de exploitant van het elektriciteitsdistributiesysteem
naar de kabelspecificaties en de harmonische stroom enz.
•
Gebruik nooit een stopcontact voor de stroomvoorziening.
•
Gebruik een speciaal stroomcircuit. Deel de voeding niet met
een ander apparaat.
•
Gebruik voor de voeding van het apparaat een onafhankelijke
voedingslijn die beschermd wordt door een omnipolaire
stroomonderbreker met een contactopening van meer dan
3 mm.
•
De
elektrische
differentiaalbeveiliging van 30 mA.
•
Zorg ervoor dat de stroomonderbreker geplaatst wordt op een
plaats waar gebruikers hem niet onbedoeld kunnen starten of
stoppen (bijgebouw). Wanneer de meterkast zich buiten bevindt,
sluit en vergrendel het zodat het niet gemakkelijk toegankelijk is.
•
Zet nooit de hoofdschakelaar uit, behalve in noodgevallen. Als
u dat doet, zal de compressor uitvallen en zal er water lekken.
Stop de binnenunit alleen met een afstandsbediening of
extern invoerapparaat (schakelaar) en schakel vervolgens de
stroomonderbreker uit.
•
Wacht na het uitschakelen altijd 10 minuten voordat u elektrische
onderdelen aanraakt. Statische elektriciteit in het menselijk
lichaam kan onderdelen beschadigen. Verwijder statische
elektriciteit van je lichaam. Raak de elektrische onderdelen niet
aan met natte handen. Er kan zich een elektrische schok voor-
doen.
installatie
moet
voorzien
zijn
van
een
09