6. KOELVERBINDINGEN
Gebruik alleen een specifieke buis voor koeling met de volgende kenmerken:
•
•
•
•
•
•
•
Modellen
3U-024
4U-030
5U-036
6.1. Opmaak
Verbindingen mogen uitsluitend worden gevormd met een buigmachine of
buigveer, om elk risico van verbrijzeling of breuk te voorkomen.
Buig de buizen met een minimale buigstraal van 70 mm.
Buig het koper niet in een hoek groter dan 90°.
Buig de verbinding niet meer dan drie keer op hetzelfde punt (kans op breuk,
werkverharding van het metaal).
Verwijder de isolatie van de aansluitingen zodat de aansluitingen met een
buigmachine correct kunnen worden gebogen. Sluit na het buigen de isolatie af
met neopreenlijm en tape.
6.2. Flareverbinding
▪
Flare
1.
Snij de verbindingen met een pijpsnijder op de juiste lengte. Zorg ervoor dat de verbindingen niet
vervormen.
2.
Ontbraam voorzichtig en houd de buis naar beneden om te voorkomen dat er slijpsel in komt.
3.
Haal de «Flare» moeren van de binnenunit en van de buitenunit.
Gegloeid koper met een hoog kopergehalte (minimaal 99%);
Intern gepolijst;
Gedroogd;
Gekurkt;
Drukbestendigheid: minimaal 50 bar;
Minimale buisdikte 0,8 mm;
Maximale buisdikte 1,0 mm.
Diameter vloeistofaansluiting
1/4" (6,35 mm) x 3
1/4" (6,35 mm) x 4
1/4" (6,35 mm) x 5
Diameter gasaansluiting
3/8" (9,52 mm) x 3
3/8" (9,52 mm) x 3
1/2" (12,70 mm) x 1
3/8" (9,52 mm) x 3
1/2" (12,70 mm) x 2
19