7. ELEKTRISCHE VERBINDING
Stem de aansluitbloknummers van de verbindingskabels van de binnenunit af
op die van de buitenunit.
Draai de klem op het klemmenblok niet te vast om beschadiging of breuk van de
schroef te voorkomen.
Het gebruik van flexibele draden zonder adereindhulzen wordt afgeraden.
Bevestig geen stijve draad met een ronde kabelschoen. Druk op de terminal kan
storingen en abnormale verwarming van de kabel veroorzaken.
Steek de aansluitkabel stevig in het klemmenblok. Een slecht ingestoken kabel
▪
vormt een risico op foutief contact.
Schematisch diagram
Model 3U-024
Klemmen A
1 (N) 2 (L) 3 (C)
1 (N) 2 (L) 3 (C)
Klemmen
Binnenunit
A
Model 4U-030
KLemmen A
1 (N) 2 (L) 3 (C)
1 (N) 2 (L) 3 (C)
Klemmen
Binnenunit
A
Model 5U-036
Klemmen buitenunit
Klemmen B
Klemmen C
1 (N) 2 (L) 3 (C)
1 (N) 2 (L) 3 (C)
1 (N) 2 (L) 3 (C)
1 (N) 2 (L) 3 (C)
Klemmen
Klemmen
Binnenunit
Binnenunit
B
Klemmen Buitenunit
Klemmen B
Klemmen C
1 (N) 2 (L) 3 (C)
1 (N) 2 (L) 3 (C)
1 (N) 2 (L) 3 (C)
1 (N) 2 (L) 3 (C)
Klemmen
Binnenunit
Binnenunit
B
Klemmen Buitenunit
Aarde
L
N
C
Klemmen D
1 (N) 2 (L) 3 (C)
1 (N) 2 (L) 3 (C)
Klemmen
Klemmen
Binnenunit
C
D
Aardeleiding
Voeding
Aarde
L
N
Aardeleiding
Voeding
25