6.
Ontkoppel het laadstation van het stopcontact.
7.
Plaats het uiteinde van de geleidingsdraad in het
oogje op de begrenzingsdraad.
8.
Knip de begrenzingsdraad door met een
draadtang.
9.
Sluit de geleidingsdraad met behulp van een
koppeling op de begrenzingsdraad aan.
a)
Plaats de 2 uiteinden van de
begrenzingsdraad en het uiteinde van de
geleidingsdraad in de koppeling.
Let op:
Zorg ervoor dat u de
draaduiteinden kunt zien door het
transparante gedeelte van de koppeling.
b)
Duw met een waterpomptang op het dopje
van de koppeling om de draden in de
koppeling te bevestigen.
10. Bevestig de geleidingsdraad aan de grond met
behulp van staken of begraaf de geleidingsdraad
De draad positioneren met
in de grond. Zie
krammen op pagina 22 of De begrenzingsdraad
of geleidingsdraad ingraven op pagina 22 .
11. Sluit het laadstation aan op het stopcontact.
22 - Installatie
3.6 De draad positioneren met
krammen
OPGELET:
Zorg ervoor dat de staken
de begrenzingsdraad en de geleidingsdraad
tegen de grond houden.
OPGELET:
De kabelisolatie kan
beschadigd raken wanneer het gras meteen
na de installatie te kort wordt gemaaid.
Beschadigingen aan de isolatie zorgen
soms pas weken of maanden later voor
problemen.
1.
Plaats de begrenzingsdraad en de geleidingsdraad
op de grond.
2.
Zet de staken maximaal 100 cm/40 inch van
elkaar.
3.
Bevestig de staken in de grond met een (kunststof)
hamer.
Let op:
De draad is na enkele weken overgroeid met
gras en niet meer zichtbaar.
3.7 De begrenzingsdraad of
geleidingsdraad ingraven
•
Snijd met een kantsnijder of een rechte schop een
groef in de grond.
•
Plaats de begrenzingsdraad of de geleidingsdraad
1-20 cm/0.4-8 inch in de grond.
3.8 De begrenzingsdraad of
geleidingsdraad verlengen
Let op:
Verleng de begrenzingsdraad of
geleidingsdraad als deze te kort is voor het werkgebied.
Gebruik originele reserveonderdelen, bijvoorbeeld
koppelingen.
1.
Ontkoppel het laadstation van het stopcontact.
2.
Knip de begrenzingsdraad of geleidingsdraad af
met een draadtang op de plaats waar het
verlengstuk moet worden geplaatst.
3.
Voeg draad toe aan de locatie waar het
verlengstuk moet worden geplaatst.
4.
Plaats de begrenzingsdraad of de geleidingsdraad
in positie.
5.
Plaats de draaduiteinden in een koppeling.
1378 - 006 - 13.01.2021