Gebruik bij het aansluiten van de voeding altijd een
stopcontact dat is aangesloten op een
aardlekschakelaar (RCD).
1.
Lees en begrijp de instructies over waar u het
laadstation moet plaatsen. Zie
het laadstation moet worden geplaatst op pagina
15 .
2.
Plaats het laadstation in het geselecteerde gebied.
Let op:
Bevestig het laadstation pas met de
schroeven aan de grond als de geleidingsdraad is
De geleidingsdraad installeren
geïnstalleerd. Zie
op pagina 21 .
3.
Sluit de laagspanningskabel aan op het
laadstation.
4.
Zet de voeding op een minimale hoogte van 30
cm/12 inch.
min 30 cm / 12"
5.
Sluit de voedingskabel aan op een stopcontact van
100-240 V.
Let op:
Wanneer het laadstation is aangesloten,
kunt u het product opladen. Plaats het product in
het laadstation terwijl de begrenzingsdraad en
geleidingsdraad worden gelegd. Schakel het
product in om het op te laden. Zie
Hoofdschakelaar op pagina 30 . Ga pas verder
met de productinstellingen als de installatie is
voltooid.
6.
Plaats de laagspanningskabel met staken in de
grond of graaf de kabel in. Zie
positioneren met krammen op pagina 22 of De
begrenzingsdraad of geleidingsdraad ingraven op
pagina 22 .
7.
Sluit de draden aan op het laadstation nadat de
installatie van de begrenzingsdraad en de
geleidingsdraad is voltooid. Zie
begrenzingsdraad installeren op pagina 21 en De
geleidingsdraad installeren op pagina 21 .
8.
Bevestig het laadstation aan de grond met de
meegeleverde schroeven nadat de
geleidingsdraad is geïnstalleerd. Zie
geleidingsdraad installeren op pagina 21 .
1378 - 006 - 13.01.2021
3.5.3 De begrenzingsdraad installeren
Onderzoeken waar
1.
2.
3.
4.
5.
6.
3.5.4 De geleidingsdraad installeren
De draad
De
1.
2.
3.
De
4.
5.
OPGELET:
Wikkel resterende draad
niet op tot een spoel. De spoel veroorzaakt
interferentie met het product.
Plaats de begrenzingsdraad rond het volledige
werkgebied. Start en voltooi de installatie achter
het laadstation.
Open de connector en leg de begrenzingsdraad in
de connector.
Sluit de connector met een tang.
Snijd de begrenzingsdraad 1-2 cm/0.4-0.8 inch
boven elke connector.
Druk de rechterconnector op de metalen pen van
het laadstation met de markering "AR".
Druk de linkerconnector op de metalen pen van
het laadstation met de markering "AL".
OPGELET:
Een tweeaderige kabel of
een kroonsteentje geïsoleerd met
isolatietape levert geen adequate lassen op.
Het vocht in de grond zorgt ervoor dat de
draden gaan oxideren, waardoor het circuit
na een tijdje wordt onderbroken.
Open de connector en leg de draad in de
connector.
Sluit de connector met een tang.
Knip de geleidingsdraad 1-2 cm/0.4-0.8 inch boven
elke connector af.
Druk de geleidingsdraad door de sleuf in de plaat
van het laadstation.
Druk de connector op de metalen pen van het
laadstation met de markering "Guide".
Installatie - 21