Let op:
Maak een blauwdruk van het werkgebied
voordat u de begrenzingsdraad en de geleidingsdraad
installeert.
E
C
A
•
Plaats de begrenzingsdraad rond de hele
werkzone (A). Pas de afstand tussen de
begrenzingsdraad en de obstakels aan.
•
Zet de begrenzingsdraad 35 cm/14 inch (B) van
een hindernis af die meer dan 5 cm/2 inch hoog is.
1378 - 006 - 13.01.2021
D
F
B
"
> 5 cm / 2
"
35 cm /14
•
Zet de begrenzingsdraad 30 cm/12 inch (C) van
een obstakel af dat 1-5 cm/0.4-2 inch hoog is.
30 cm / 12
•
Zet de begrenzingsdraad 10 cm/4 inch (D) van een
hindernis af die kleiner is dan 1 cm/0.4 inch.
10 cm / 4
•
Als u een tegelpad op niveau van het gazon hebt,
plaatst u de begrenzingsdraad lager dan de tegels.
Let op:
Indien het tegelpad minimaal 30 cm/12
inch breed is, gebruikt u de fabrieksinstelling voor
Rijd over draad om al het gras naast het
de functie
tegelpad te maaien. Zie
instellen op pagina 27 .
•
Als u een eiland maakt, zet u de
begrenzingsdraden die naar en van het eiland
lopen dicht bij elkaar (E). Plaats de kabels in
dezelfde kram. Zie
Een eiland maken op pagina
18 .
•
Maak een oogje (F) op de plaats waar de
geleidingsdraad met de begrenzingsdraad moet
worden verbonden.
3.4.3.1 De begrenzingsdraad op een helling plaatsen
Het product kan gebruikt worden op hellingen van 35%.
Hellingen die te steil zijn, moeten worden geïsoleerd met
de begrenzingsdraad. De hellingsgraad (%) wordt
berekend als hoogte per m. Voorbeeld: 10 cm/100 cm =
10%.
"
"
1-5 cm / 0.4 - 2
"
"
max 1 cm / 0.4
De functie Rijd over draad
Installatie - 17