Instellingen
Instellingen
Met de opties onder Instellingen kunt u netwerkinstellingen, printerinstellingen, algemene instellingen
en apparaatinstellingen specifiek voor het apparaat aanpassen. Een voorbeeld hiervan is de datum en
tijd en het energiebeheer.
Netwerkinstellingen
U kunt de netwerkinstellingen opgeven via het display van het apparaat. Voor u dit doet, moet u
informatie hebben over de netwerkprotocollen en het computersysteem die worden gebruikt. Als u niet
zeker weet welke instellingen u moet gebruiken, kunt u contact opnemen met uw systeembeheerder of
raadpleegt u de
Handleiding voor de systeembeheerder
1.
Druk op de toets Menu van het bedieningspaneel.
2.
Druk op de pijl omhoog/omlaag om Hulpprogramma's te selecteren en druk op OK.
Opmerking
Als er een toegangscode nodig is, raadpleegt u
pagina 82 voor instructies.
3.
Druk op de pijl omhoog/omlaag om Instellingen te selecteren en druk op OK.
4.
Druk op de pijl omhoog/omlaag om Netwerkinstellingen te selecteren en druk op OK.
Voor Netwerkinstellingen zijn de volgende opties en instellingen beschikbaar:
TCP/IP v4
TCP/IPv6
Netwerkfuncties
Ethernet-snelheid
Netwerkpingtest
AppleTalk
NetWare
84
Xerox Phaser 4622
Handleiding voor de gebruiker
Optie
voor instructies.
Hulpprogramma's starten
Beschrijving
Selecteer het protocol en de
configuratieparameters die u wilt gebruiken in de
netwerkomgeving.
Hiermee worden 802.1x en CentreWare Internet
Services ingeschakeld.
Hiermee kunt u de transmissiesnelheid van het
netwerk configureren.
Ping is een hulpprogramma voor netwerkbeheer en
wordt gebruikt om te testen of een bepaalde host
bereikbaar is via een IP-netwerk (Internet
Protocol) en om te meten hoe lang pakketten er
over doen om van de lokale host naar een
bestemmingscomputer te worden verzonden,
inclusief de eigen interfaces van de lokale host.
Gebruik AppleTalk om in te schakelen dat het
apparaat op een AppleTalk-netwerk kan worden
ingesteld.
Gebruik NetWare om in te schakelen dat het
apparaat op een NetWare-netwerk kan worden
ingesteld.
op