Afdrukken in Windows
Invoegingen toevoegen
Gebruik deze optie om blanco of bedrukte invoegingen aan uw afgedrukte document toe te voegen.
Voor het programmeren van de invoegingen voert u het paginanummer van de pagina vóór de
invoeging in. Als er een invoeging als eerste pagina nodig is, kunt u Vóór pagina 1 opgeven. Het wordt
aanbevolen dat u voorafgaande aan de programmering door uw document gaat en de
paginanummers identificeert, waarvoor een invoeging nodig is.
Als u een invoeging wilt toevoegen, selecteert u de toets
Invoegingen toevoegen boven de tabel.
1.
Met het vervolgkeuzemenu Invoegopties selecteert u of de
invoeging Vóór pagina 1 moet worden geplaatst, of Na
pagina('s) om invoegingen na de opgegeven paginanummers
te plaatsen.
Opmerking
Als u een invoeging vooraan uw document wilt
toevoegen, gebruikt u de optie Vóór pagina 1.
2.
Selecteer het benodigde aantal invoegingen.
3.
Specificeer het paginanummer vóór elke invoeging. Als er
meerdere invoegingen nodig zijn, wordt aanbevolen dat u alle
paginanummers invoert, gescheiden door een komma, of een
paginabereik gescheiden door een liggend streepje.
4.
Selecteer de Papier-vereisten voor de invoegingen en kies OK.
Alle geprogrammeerde invoegingen worden in de tabel
weergegeven.
5.
Als bepaalde invoegingen individueel moeten worden geprogrammeerd, als ze bijvoorbeeld een
andere papierkleur hebben, of een verschillend aantal invoegingen, selecteert u de gewenste
vermelding en gebruikt u de toets Bewerken om de programmering te wijzigen.
Afwijkende documentpagina's toevoegen
Gebruik deze optie om de kenmerken op te geven van pagina's in de afdrukopdracht die verschillen van
de voor het merendeel van de opdracht gebruikte instellingen. Als uw opdracht bijvoorbeeld 30
pagina's bevat, die op papier met standaardformaat worden afgedrukt, en twee pagina's die op een
ander papierformaat moeten worden afgedrukt. Gebruik deze optie om deze twee afwijkende
documentpagina's aan te geven en het andere papierformaat te kiezen.
Als u Afwijkende documentpagina's wilt toevoegen, selecteert u de toets Afwijkende
documentpagina's toevoegen bovenaan de tabel.
1.
Voer het paginanummer in waarop de afwijkende documentpagina van toepassing is. Als er
meerdere afwijkende documentpagina's nodig zijn, wordt aanbevolen dat u alle paginanummers
invoert, gescheiden door een komma, of een paginabereik gescheiden door een liggend streepje.
Als voor bepaalde afwijkende documentpagina's individuele programmering nodig is, kan de
vermelding via de tabel worden gewijzigd.
2.
Selecteer de Papier-vereisten voor de afwijkende documentpagina's en kies OK.
Als Standaardinst. printer wordt weergegeven, wordt hetzelfde papier als het papier voor de rest
van de opdracht gebruikt.
36
Xerox Phaser 4622
Handleiding voor de gebruiker