nl Reiniging en onderhoud
Instelling
Toetssignaal
Helderheid van het dis-
play
Tijdsweergave
Verlichting
Startbedrijfsmodus
Nachtverduistering
Merklogo
Nalooptijd van de koel-
ventilator
Fabrieksinstellingen
1
Fabrieksinstelling (kan afhankelijk van het apparaat-
type afwijken)
12 Reiniging en onderhoud
Reinig en onderhoud uw apparaat zorgvuldig om er voor te zorgen dat het lang goed blijft werken.
12.1 Reinigingsmiddelen
Gebruik alleen geschikte schoonmaakmiddelen voor
de verschillende oppervlakken van uw apparaat.
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken.
Geen stoomreiniger of hogedrukreiniger gebruiken
▶
om het apparaat te reinigen.
16
Keuze
1
Uitgeschakeld
(Het toets-
signaal van de knop
blijft ondanks het gedeac-
tiveerde toetssignaal ac-
tief)
Ingeschakeld
In 5 stappen instelbaar
1
Digitaal
Uit
Bij werking ingeschakeld
Bij werking uitgeschakeld
1
Verwarmingsmethoden
AutoPilot
1
Uitgeschakeld
Ingeschakeld
1
Indicaties
Niet weergeven
1
Aanbevolen
Minimaal
Resetten
1
Niet resetten
11.2 Basisinstellingen wijzigen
Vereiste: Het apparaat is uitgeschakeld.
Houd ca. 3 seconden lang ingedrukt.
1.
Bevestig de aanwijzingen op het display met
2.
a Op het display verschijnt de eerste basisinstelling.
3.
Wijzig de basisinstelling met de bedieningsring.
Druk op
.
4.
a Op het display verschijnt de volgende basisinstel-
ling.
Doorloop de basisinstellingen met
5.
dien nodig met de bedieningsring.
Houd ca. 3 seconden ingedrukt, om de wijzigingen
6.
1
op te slaan.
Wijzigen van de basisinstellingen annuleren
Druk op
▶
a Alle wijzigingen werden verworpen en niet opgesla-
gen.
11.3 Tijd wijzigen
U kunt de tijd wijzigen in de basisinstellingen.
Druk op
om het apparaat uit te schakelen.
1.
Druk ca. 3 seconden lang op .
2.
Druk op
om de aanwijzingen te bevestigen.
3.
a Op het display verschijnt de instelling "Taal".
Druk op
.
4.
a Op het display verschijnt de instelling "Tijd".
Wijzig de tijd met de bedieningsring.
5.
Druk ca. 3 seconden op om de tijd te bevestigen.
6.
LET OP!
Ongeschikte reinigingsmiddelen kunnen de oppervlak-
ken van het apparaat beschadigen.
Geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen ge-
▶
bruiken.
Geen ovenreiniger gebruiken.
▶
Geen ontkalkingsmiddel voor de deurgreep of het
▶
bedieningsveld gebruiken omdat deze vlekken niet
meer kunnen worden verwijderd.
Gebruik geen bijtende, chloorhoudende of agressie-
▶
ve reinigingsmiddelen.
Zouten zijn zeer agressief en kunnen roestige plek-
▶
ken veroorzaken. Verwijder resten van scherpe sau-
zen of zoute gerechten direct uit de afgekoelde bin-
nenruimte.
Geen sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen ge-
▶
bruiken.
Geen harde schuur- of afwassponsjes gebruiken.
▶
.
en wijzig in-