Inhoudsopgave
Advertenties
4
Druk gedurende ongeveer 5 seconden gelijktijdig op de A- en
Z-toetsen.
De timerwaarde wordt 0.
5
Druk op de R-toets om terug te keren naar de parametercode
c9 of ca.
6
Druk op de E-toets om de normale werking te hernemen.
LET OP
Vergeet niet de vereiste onderhoudsactiviteiten uit te
voeren na het terugstellen van de timers.
Behalve het terugstellen van de timer c9 (werkings-
uren van compressor 1) en ca (werkingsuren van
compressor 2) is het ook mogelijk om de timer cv voor
het totaal aantal werkingsuren van de pomp terug te
stellen. Daartoe dient u de timerwaarde te raadplegen
(raadpleeg het hoofdstuk
werkingsinformatie"
ongeveer 5 seconden gelijktijdig de A- en Z-toetsen
in te drukken terwijl de timerwaarde verschijnt. De
timerwaarde wordt 0. Druk dan achtereenvolgens op
de R-toets en de E-toets om de normale werking te
hernemen.
Geavanceerde eigenschappen van de digitale besturing
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de directe parameters en
gebruikersparameters van de besturing. In het volgende hoofdstuk
wordt u geleerd hoe een EWLP-unit op te zetten en te configureren
met behulp van deze parameters.
Overzicht van de directe parameters
De lijst van directe parameters is toegankelijk door gedurende
ongeveer 5 seconden de R-toets in te drukken.
Als u de lijst met directe parameters doorloopt met behulp van de A-
en/of Z-toets zullen de parameters in onderstaande volgorde
verschijnen:
r1: bepalen van de koeltemperatuur,
r2: bepalen van het koeltemperatuurverschil,
r6: controleren van de wateruitlaattemperatuur verdamper,
r8: controleren van de omgevingstemperatuur,
c9: controleren van het totaal aantal werkingsuren van
compressor1,
ca: controleren van het totaal aantal werkingsuren van
compressor2,
cv: controleren van het totaal aantal werkingsuren van de
pomp.
Overzicht van de gebruikersparameters
De lijst van gebruikersparameters is enkel toegankelijk met behulp
van het gebruikerspaswoord. Bij het doorlopen van de lijst met
parameters met behulp van de A- en/of Z-toets verschijnen de
directe
en
gebruikersparameters.
verschijnen in onderstaande volgorde:
:d: bepalen van de meeteenheid (°C of °F),
c7: bepalen van de tijdvertraging tussen het opstarten van de
pomp en het opstarten van de compressor,
c8: bepalen van de tijdvertraging tussen het uitschakelen van
de unit en het uitschakelen van de pomp,
cb: bepalen van de drempelwaarde van de timer voor
onderhoudswaarschuwing,
p4: uitschakelen
van
activeringsperiode van de zoemer in geval van alarm.
h7: in
of
buiten
werking
afstandsbesturing,
EWLP012~065KAW1N
Watergekoelde ijswaterkoelgroepen zonder condensor
4PW30043-1
"Raadplegen van huidige
op
pagina
7)
en
gedurende
De
gebruikersparameters
de
zoemer
of
bepalen
stellen
van
de
h9: om het toetsenbord van het regelapparaat te vergrendelen
of ontgrendelen,
ha: bepalen van het serieel adres van de unit.
h8,hb,c6: niet van toepassing.
Uit te voeren functies met behulp van directe parameters
Selecteren van de lijst met directe parameters
1
Druk gedurende ongeveer 5 seconden de R-toets in.
De besturing selecteert de lijst met directe parameters en toont
parametercode r1.
Bepalen van het koeltemperatuurverschil
Om de koelbelasting te besturen zijn units met 1 compressor
uitgerust met een eentrapsthermostaat. Units met 2 compressors zijn
uitgerust met een tweetrapsthermostaat. Het "koeltemperatuur-
verschil" van de thermostaat kan worden gewijzigd met behulp van
de directe parameter r2.
De fabrieks-, grens- en trapwaarden zijn:
Fabriekswaarde 3.0 °C
voor 1 compressor
compressor
AAN
UIT
12
Grenswaarden
Trapwaarde
Ga als volgt te werk om het koeltemperatuurverschil te bepalen:
1
Selecteer de lijst met directe parameters.
2
Druk een keer op de A-toets.
De directe parametercode r2 verschijnt op het scherm.
3
Druk op de R-toets om de parameterwaarde te wijzigen.
4
Selecteer de geschikte waarde met behulp van de A- en/of
Z-toetsen.
5
Druk op de R-toets om naar de lijst van parametercodes over
te schakelen.
6
Om andere directe parameters te wijzigen of te raadplegen
vooraleer de wijzigingen te bewaren, dient u een andere directe
parameter te selecteren met behulp van de A- en/of Z-toetsen.
Herhaal vervolgens de procedure vanaf instructie 3.
7
Druk op de E-toets om de wijzigingen te bewaren. Wacht
ongeveer 40 seconden om de wijziging op te heffen.
In het eerste geval zal de besturing de wijzigingen bewaren, de
lijst met directe parameters verlaten en de normale werking
hernemen, waarbij de waterinlaattemperatuur verschijnt.
In het tweede geval zal het scherm beginnen knipperen.
Ongeveer 40 seconden later zal de besturing de lijst van directe
parameters verlaten zonder de gewijzigde parameter te
bewaren. De waterinlaattemperatuur verschijnt vervolgens
opnieuw op het scherm.
van
de
aan/uit-
voor 2 compressors
compressor(s)
AAN
compressor2
UIT
AAN
compressor1
UIT
15
water-
inlaattemperatuur
van verdamper
0.3 tot 19.9°C
0.1°C
12
13.5
15
water-
inlaattemperatuur
van verdamper
Gebruiksaanwijzing
8
Advertenties
Inhoudsopgave
