Inhoudsopgave
Advertenties
Uit te voeren functies met behulp van gebruikersparameters
Selecteren van de lijst met gebruikersparameters
De toegang tot de lijst met gebruikersparameters wordt beschermd
door een gebruikerspaswoord (een nummer met drie cijfers tussen 0
en 199).
Ga als volgt te werk om de lijst van gebruikersparameters te
selecteren:
1
Druk gedurende ongeveer 5 seconden op de E-toets.
Het nummer 00 begint te knipperen op het scherm.
2
Voer het correcte paswoord in met behulp van de A- en/of
Z-toetsen.
De paswoordwaarde is 22.
3
Druk op de R-toets om het paswoord te bevestigen en de lijst
van gebruikersparameters te selecteren.
De besturing toont parametercode :d (de eerste gebruikers-
parameter).
Bepalen van de meeteenheid
Afhankelijk van de instelling van gebruikersparameter :d worden alle
temperatuurwaarden weergegeven in °C of °F. De omzettings-
formules van °C in °F en omgekeerd zijn als volgt:
T
= (T
– 32)/1,8
°C
°F
T
= (T
x1,8)+32
°F
°C
Als gebruikersparameter :d op 0 wordt ingesteld zullen alle
temperatuurwaarden die op het scherm verschijnen worden
uitgedrukt in °C. Als gebruikersparameter :d wordt ingesteld op 1
worden alle temperatuurwaarden uitgedrukt in °F.
Ga als volgt te werk om de meeteenheid te bepalen.
1
Selecteer de lijst met gebruikersparameters.
Parametercode :d verschijnt op het scherm.
2
Druk op de R-toets om de parameterwaarde te wijzigen.
3
Selecteer de geschikte waarde met behulp van de A- en/of
Z-toetsen.
4
Druk op de R-toets om naar de lijst van parametercodes terug
te keren.
5
Om andere directe parameters te wijzigen of te raadplegen
vooraleer de wijzigingen te bewaren, dient u een andere directe
parameter te selecteren met behulp van de A- en/of Z-toetsen.
Herhaal vervolgens de procedure vanaf instructie 2.
6
Druk op de E-toets om de wijzigingen te bewaren. Wacht
ongeveer 40 seconden om de wijziging op te heffen.
In het eerste geval zal de besturing de wijzigingen bewaren, de
lijst met gebruikersparameters verlaten en de normale werking
hernemen, waarbij de waterinlaattemperatuur verschijnt.
In het tweede geval zal het scherm beginnen knipperen.
Ongeveer 40 seconden later zal de besturing de lijst van directe
parameters verlaten zonder de gewijzigde parameter te
bewaren. De waterinlaattemperatuur verschijnt vervolgens
opnieuw op het scherm.
Bepalen van de tijdvertraging tussen het opstarten van de
pomp en van de compressor
Met gebruikersparameter c7 kunt u de tijdvertraging bepalen tussen
het opstarten van de pomp en van de compressor. De fabrieks-,
grens- en trapwaarden voor de tijdvertraging zijn:
Fabriekswaarde 15 sec.
Grenswaarden
0 tot 150 sec.
Trapwaarde
1 sec.
Gebruiksaanwijzing
9
Ga als volgt te werk om de tijdvertraging te bepalen:
1
Selecteer de lijst met gebruikersparameters.
Parametercode :d verschijnt op het scherm.
2
Selecteer parametercode c7 met behulp van de A- en/of
Z-toetsen.
De parametercode c7 verschijnt op het scherm.
3
Druk op de R-toets om de parameterwaarde te wijzigen.
4
Selecteer de geschikte waarde met behulp van de A- en/of
Z-toetsen.
5
Druk op de R-toets om naar de lijst van parametercodes terug
te keren.
6
Om andere directe parameters te wijzigen of te raadplegen
vooraleer de wijzigingen te bewaren, dient u een andere directe
parameter te selecteren met behulp van de A- en/of Z-toetsen.
Herhaal vervolgens de procedure vanaf instructie 3.
7
Druk op de E-toets om de wijzigingen te bewaren. Wacht
ongeveer 40 seconden om de wijziging op te heffen.
In het eerste geval zal de besturing de wijzigingen bewaren, de
lijst met gebruikersparameters verlaten en de normale werking
hernemen, waarbij de waterinlaattemperatuur verschijnt.
In het tweede geval zal het scherm beginnen knipperen.
Ongeveer 40 seconden later zal de besturing de lijst van directe
parameters verlaten zonder de gewijzigde parameter te
bewaren. De waterinlaattemperatuur verschijnt vervolgens
opnieuw op het scherm.
Bepalen van de tijdvertraging tussen het uitschakelen van de
unit en van de pomp
Met gebruikersparameter c8 kunt u de tijdvertraging bepalen tussen
het uitschakelen van de unit en van de pomp, en meer bepaald de
periode waarin de pomp blijft functioneren nadat de unit is uitge-
schakeld. De fabrieks-, grens- en trapwaarden voor de tijdvertraging
zijn:
Fabriekswaarde 0 min.
Grenswaarden
0 tot 150 min.
Trapwaarde
1 min.
Ga als volgt te werk om de tijdvertraging te bepalen:
1
Selecteer de lijst met gebruikersparameters.
Parametercode :d verschijnt op het scherm.
2
Selecteer parametercode c8 met behulp van de A- en/of
Z-toetsen.
3
Druk op de R-toets om de parameterwaarde te wijzigen.
4
Selecteer de geschikte waarde met behulp van de A- en/of
Z-toetsen.
5
Druk op de R-toets om naar de lijst van parametercodes terug
te keren.
6
Om andere directe parameters te wijzigen of te raadplegen
vooraleer de wijzigingen te bewaren, dient u een andere directe
parameter te selecteren met behulp van de A- en/of Z-toetsen.
Herhaal vervolgens de procedure vanaf instructie 3.
7
Druk op de E-toets om de wijzigingen te bewaren. Wacht
ongeveer 40 seconden om de wijziging op te heffen.
In het eerste geval zal de besturing de wijzigingen bewaren, de
lijst met gebruikersparameters verlaten en de normale werking
hernemen, waarbij de waterinlaattemperatuur verschijnt.
In het tweede geval zal het scherm beginnen knipperen.
Ongeveer 40 seconden later zal de besturing de lijst van directe
parameters verlaten zonder de gewijzigde parameter te
bewaren. De waterinlaattemperatuur verschijnt vervolgens
opnieuw op het scherm.
Watergekoelde ijswaterkoelgroepen zonder condensor
EWLP012~065KAW1N
4PW30043-1
Advertenties
Inhoudsopgave
