Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Storingsopsporing - Daikin HydroCube EWLP012KAW1N Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor HydroCube EWLP012KAW1N:
Inhoudsopgave

Advertenties

Afsluiten van het besturingsklavier
Als gebruikersparameter h9 is ingesteld op 0 kunt u de onderstaande
geavanceerde functies niet langer uitvoeren met behulp van de
besturing:
wijzigen van directe en gebruikersparameters (de parameters
kunnen worden opgeroepen maar niet gewijzigd),
terugstellen van de timers.
Als gebruikersparameter h9 is ingesteld op 1 kunt u de hierboven
vermelde geavanceerde functies wel uitvoeren met behulp van de
besturing.
U vergrendelt en ontgrendelt het toetsenbord van het regelapparaat
als volgt:
1
Selecteer de lijst met gebruikersparameters.
Parametercode :d verschijnt op het scherm.
2
Selecteer parametercode h9 met behulp van de A- en/of
Z-toetsen.
3
Druk op de R-toets om de parameterwaarde te wijzigen.
4
Selecteer de geschikte waarde met behulp van de A- en/of
Z-toetsen.
5
Druk op de R-toets om naar de lijst van parametercodes terug
te keren.
6
Om andere directe parameters te wijzigen of te raadplegen
vooraleer de wijzigingen te bewaren, dient u een andere directe
parameter te selecteren met behulp van de A- en/of Z-toetsen.
Herhaal vervolgens de procedure vanaf instructie 3.
7
Druk op de E-toets om de wijzigingen te bewaren. Wacht
ongeveer 40 seconden om de wijziging op te heffen.
In het eerste geval zal de besturing de wijzigingen bewaren, de
lijst met gebruikersparameters verlaten en de normale werking
hernemen, waarbij de waterinlaattemperatuur verschijnt.
In het tweede geval zal het scherm beginnen knipperen.
Ongeveer 40 seconden later zal de besturing de lijst van directe
parameters verlaten zonder de gewijzigde parameter te
bewaren. De waterinlaattemperatuur verschijnt vervolgens
opnieuw op het scherm.
Bepalen van het serieadres van de unit
Om de unit te besturen met behulp van een controlesysteem moet u
een adreskaart (als optie verkrijgbare module) installeren in de unit.
Het serieel adres van de unit dat nodig is voor communicatie met het
controlesysteem wordt bepaald door parameter ha. De gebreks-,
grens- en trapwaarden voor het serieadres zijn:
Fabriekswaarde 1
Grenswaarden
1 tot 16
Trapwaarde
1
Ga als volgt te werk om het serieadres van de unit te bepalen:
1
Selecteer de lijst met gebruikersparameters.
Parametercode :d verschijnt op het scherm.
2
Selecteer parametercode ha met behulp van de A- en/of
Z-toetsen.
3
Druk op de R-toets om de parameterwaarde te wijzigen.
4
Selecteer de geschikte waarde met behulp van de A- en/of
Z-toetsen.
5
Druk op de R-toets om naar de lijst van parametercodes terug
te keren.
Gebruiksaanwijzing
11
6
Om andere directe parameters te wijzigen of te raadplegen
vooraleer de wijzigingen te bewaren, dient u een andere directe
parameter te selecteren met behulp van de A- en/of Z-toetsen.
Herhaal vervolgens de procedure vanaf instructie 3.
7
Druk op de E-toets om de wijzigingen te bewaren. Wacht
ongeveer 40 seconden om de wijziging op te heffen.
In het eerste geval zal de besturing de wijzigingen bewaren, de
lijst met gebruikersparameters verlaten en de normale werking
hernemen, waarbij de waterinlaattemperatuur verschijnt.
In het tweede geval zal het scherm beginnen knipperen.
Ongeveer 40 seconden later zal de besturing de lijst van directe
parameters verlaten zonder de gewijzigde parameter te
bewaren. De waterinlaattemperatuur verschijnt vervolgens
opnieuw op het scherm.
S
TORINGSOPSPORING
In dit onderdeel wordt nuttige informatie gegeven over het opsporen
en oplossen van bepaalde storingen die in de unit kunnen
voorkomen.
Voer altijd eerst een grondige visuele controle uit van de unit en zoek
naar voor de hand liggende storingen zoals losse aansluitingen of
foute bedrading vooraleer de procedure voor storingsopsporing aan
te vangen.
Neem dit hoofdstuk zorgvuldig door vooraleer uw verdeler te
raadplegen. Het zal u tijd en geld besparen.
Schakel steeds de hoofdschakelaar van de unit uit voor-
aleer u het voedingspaneel of de schakelkast controleert.
Als een beveiliging in werking is getreden dient u de unit uit te
schakelen en na te gaan waarom de beveiliging in werking is
getreden vooraleer deze terug te stellen. De beveiligingen mogen
onder geen beding worden overbrugd of op een andere waarde
worden ingesteld dan deze van de fabrieksinstelling. Raadpleeg uw
verdeler als u de oorzaak van de storing niet kunt vinden.
Fenomeen 1: De unit start niet, maar het controlelampje T licht op
M
OGELIJKE OORZAKEN
De temperatuurinstelling is niet
correct.
Storing in de voeding.
Doorgebrande zekering of
onderbreking van een beveiliging.
Losse aansluitingen.
Kortgesloten of gebroken draden.
Fenomeen 2: De unit start niet, maar het controlelampje T knippert
M
OGELIJKE OORZAKEN
De stroomstarttimer loopt nog.
De antipendeltimer loopt nog.
De bewakingstimer loopt nog.
Watergekoelde ijswaterkoelgroepen zonder condensor
W
AT TE DOEN
Controleer de instelling van de
besturing.
Controleer de spanning op het
voedingspaneel.
Controleer de zekeringen en
beveiligingen. Vervang deze door
zekeringen van dezelfde grootte
en hetzelfde type (raadpleeg
"Elektrische specificaties" op
pagina
2).
Controleer de aansluitingen van de
lokale bedrading en de interne
bedrading van de unit. Maak alle
losse aansluitingen vast.
Controleer de circuits met behulp
van een testapparaat en repareer
deze indien nodig.
W
AT TE DOEN
De unit zal na ongeveer
15 seconden opstarten. Controleer
of er water door de verdamper
stroomt.
Het circuit kan pas na ongeveer
4 minuten opstarten.
Het circuit kan pas na ongeveer
1 minuut opstarten.
EWLP012~065KAW1N
4PW30043-1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave