Brandgevaar door oververhitte
voedingsmiddelen.
Onbeheerde voedingsmiddelen kun-
nen oververhit raken en ontbranden.
Houd voortdurend toezicht op de
kookplaat tijdens het gebruik.
Vonkontsteking
De kookplaat heeft een snel reagerende
vonkontsteking met de volgende ken-
merken:
– U ontsteekt de brander zonder dat u
de knop ingedrukt hoeft te houden.
– De brander wordt automatisch op-
nieuw ontstoken.
Mocht de vlam doven (bijvoorbeeld
door tocht), dan wordt de brander
automatisch weer ontstoken. Als dit
niet lukt, dan wordt de gastoevoer
automatisch afgesloten (zie het
hoofdstuk "Veiligheidsfuncties", para-
graaf "Vlambeveiliging").
De brander wordt bij een stroomsto-
ring niet automatisch opnieuw ontsto-
ken.
Inschakelen
Gebruik een dampkap met luchtaf-
voer of een ventilatievoorziening in
de woning (geen circulatielucht) wan-
neer u kookplaten gebruikt.
Druk de bedieningsknop iets in en
draai deze naar links op het grootste
vlamsymbool.
Druk de bedieningsknop stevig in om
de gastoevoer te openen.
De ontstekingselektrode "klikt" en
steekt het gas aan.
Als een knop bediend wordt, ontstaat
automatisch bij alle kookzones een
vonk. Dit is normaal en duidt niet op
een defect.
Draai de bedieningsknop naar als
de brander niet is gaan branden. Ven-
tileer de ruimte of wacht minstens 1
minuut voordat u de brander opnieuw
ontsteekt.
Mocht de brander ook na een tweede
poging niet aangaan, zet de bedie-
ningsknop dan op en raadpleeg het
hoofdstuk "Nuttige tips".
Het is mogelijk dat de vonkontsteking
bij het inschakelen even opnieuw rea-
geert (1-2 klikken), bijvoorbeeld bij
tocht.
Bediening
25