Auto-Start-Stop - Mild-hybride elektrisch voertuig (MHEV)
WAT IS AUTO-START-STOP
Het systeem is ontworpen om het
brandstofverbruik en de CO
-emissies te
2
verlagen door de motor uit te schakelen
wanneer de auto stationair draait,
bijvoorbeeld bij verkeerslichten of wanneer
de auto uitrolt tegen een lagere snelheid dan
de snelheid waarbij de motor wordt gestopt
die u hebt ingesteld. Zie Het
motorstoptoerental instellen (bladzijde
185). Het systeem is ontworpen om de motor
te stoppen wanneer de transmissie in een
versnelling of in neutraal staat.
VOORZORGSMAATREGELEN
AUTO-START-STOP
WAARSCHUWING: Schakel de
parkeerrem in, zet de transmissie in
neutraal, zet het contact uit en verwijder
de sleutel voordat u uitstapt. Als u deze
instructie negeert, kan dat ernstig of
dodelijk letsel tot gevolg hebben.
Fiesta Vignale (CE1) Vignale, Vehicles Built From: 07-09-2020 Vehicles Built Up To: 14-03-2021, CG3657nlNLD nlNLD, Edition date: 202007, First-Printing
WAARSCHUWING: Schakel de
parkeerrem in, zet de transmissie in
neutraal, zet het contact uit en verwijder
de sleutel voordat u de motorkap opent of
andere onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden laat uitvoeren.
Als u het contact niet uitzet, kan de motor
op elk moment opnieuw starten. Als u deze
instructie negeert, kan dat ernstig of
dodelijk letsel tot gevolg hebben.
INSTELLINGEN AUTO-START-
STOP
Het motorstoptoerental instellen
1.
Selecteer Instellingen met de
bedieningstoetsen voor het
informatiedisplay op het stuurwiel.
2. Selecteer Voertuiginstellingen.
3. Selecteer Uitrol StartStop.
4. Selecteer een instelling en druk op de
knop OK.
185
AUTO-START-STOP IN- EN
UITSCHAKELEN
Het systeem wordt ingeschakeld wanneer u
het contact aanzet.
Druk op de schakelaar om het
systeem uit te schakelen.
N.B.: OFF gaat branden in de schakelaar.
Druk opnieuw op de schakelaar om het
systeem weer in te schakelen.
N.B.: Het systeem is ontworpen om te worden
uitgeschakeld als het een storing detecteert.
Laat de auto zo snel mogelijk controleren als
er een storing van het systeem is.
DE MOTOR STOPPEN
De motor stoppen in versnelling
1.
Trap het rempedaal in en rem af tot
15 km/h of minder.
N.B.: U kunt de snelheid waarbij het systeem
de motor stopt instellen via het
informatiedisplay.
2. Trap het koppelingspedaal volledig in.
N.B.: Stuurbekrachtiging blijft ingeschakeld
wanneer de motor stopt.