Inhoudsopgave
Advertenties
6. WERKING
6.1 Compressoraggregaat
Atmosferische lucht wordt via het aanzuigfilter
(1) en de inlaatklep de cilinderruimte binnen-
gezogen.
De lucht wordt door de zuiger in de cilinder
olievrij gecomprimeerd.
De in- c.q. uitlaatklep sluit één stroomrichting
af, zodat de samengeperste lucht via de
terugslagklep (3) direct naar het drukvat wordt
(2) geleid.
6.2 Armaturenunit met drukschakelaar
Op het drukvat bevindt zich een
armaturenunit.
Op de armaturenunit is een drukschakelaar
geschroefd, die het compressoraggregaat
afhankelijk van de keteldruk in- of
uitschakelt. Als er voor een
verbruiksapparaat (turbine etc.) perslucht uit
het drukvat wordt gehaald en de druk in het
drukvat daalt, schakelt de drukschakelaar
het compressoraggregaat bij ca. 5,5 bar in.
Het compressoraggregaat voert dan nieuwe
perslucht aan tot de ingestelde tankdruk van
7,5 bar is bereikt.
Bovendien bevindt zich op de armaturenunit
een manometer, die de tankdruk aangeeft.
Een veiligheidsklep zorgt ervoor dat de max.
toegestane tankdruk van 10 bar niet
overschreden kan worden.
Op de armaturenunit zijn ook de
condenswateraftapkraan en een afsluiter
aangebracht.
9
Advertenties
Inhoudsopgave
