PROBLEEMOPLOSSING
15. TIPS VOOR TECHNICIENS
De beschrijving hieronder voor het oplossen van problemen is uitsluitend bedoeld
voor techniciens. Reparaties mogen uitsluitend door techniciens worden verricht.
Probleem
1. Compressor
start niet
Mogelijke oorzaak
• Geen netspanning.
• Drukschakelaar niet
ingeschakeld.
• Stroomopname t.o.v. nominale
stroom te groot
• Stroomopname t.o.v. nominale
stroom gelijkblijvend.
• Ontluchtingsklep defect,
aggregaat start tegen druk.
(alleen compressoren zonder
DRL)
Oplossing
• Controleer de netzekering, druk
de automaat zo nodig in (indien
smeltzekering defect, vervangen).
Controleer de netspanning.
• Zet de drukschakelaar aan,
wacht 30 seconden. Als de
drukschakelaar even ingeschakeld
blijft en de motor dan pas
afslaat, moet de stroomopname
bij driefasenstroom in alle drie
de fasen en bij wisselstroom in
één fase gecontroleerd worden.
• Te lage spanning: meet de
spanning en raadpleeg zo nodig
een elektricien.
Condensator defect (230 V 1~):
controleer de condensator en
vervang hem zo nodig.
• Aggregaat loopt stroef, zuiger zit
vast (motorveiligheidsschakelaar
spreekt aan): haal de netstekker
uit het stopcontact, haal de
krukkastdeksel van de
warmgelopen compressor af en
draai aan het schoepenwiel van
de ventilator. Als dit niet mogelijk
is, vervang dan de zuiger en de
cilinders of het complete aggregaat.
• Motorveiligheidsschakelaar te
laag ingesteld (slechts 3~):
meet de stroom. Stel de
motorveiligheidsschakelaar juist
in (0,3 A hoger dan de gemeten
stroom).
Motorveiligheidsschakelaar
defect: kijk de
motorveiligheidsschakelaar na
en vervang hem zo nodig.
• Controleer of er na uitschakeling
van het aggregaat via de
ontluchtingsklep lucht naar
buiten komt. Zorg ervoor dat de
klep soepel open- en dichtgaat
of vervang hem.
23