6
16
9. ONDERHOUD EN REPARATIES
Reparatiewerkzaamheden mogen
uitsluitend worden verricht door
gekwalificeerde en geautoriseerde
techniciens.
Gebruik alleen door de fabrikant
goedgekeurde onderdelen en
accessoires.
Voordat er met onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden wordt
begonnen, moet de compressor
altijd worden uitgeschakeld en van
het net worden losgekoppeld (haal
de netstekker uit het stopcontact).
De compressor wordt aan de
buitenkant op bepaalde plaatsen
heet. Laat de compressor voor het
uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden altijd
eerst afkoelen.
9.1 Condenswater aftappen
Zie paragraaf 8.7.
9.2 Veiligheidsklep
De veiligheidsklep is in de fabriek ingesteld
12
op 10 bar, getest en van een stempel
voorzien.
De veiligheidsklep mag niet versteld worden!
Eens per half jaar dient gecontroleerd te
worden of de veiligheidsklep nog soepel
open- en dichtgaat.
Daartoe dient kartelschroef (12) bij maximale
tankdruk opengedraaid te worden tot er
lucht uit de veiligheidsklep naar buiten komt.
Laat de lucht even ongehinderd naar buiten
stromen en draai kartelschroef (12) weer aan.
9.3 Filters vervangen
Hoe vaak de filterpatronen vervangen
moeten worden, is hoofdzakelijk afhankelijk
van het stofgehalte in de lucht.
Normaalgesproken is eenmaal per jaar
voldoende.
Bestelnummers voor filters:
compressor
filterpatroon Bulle ........................ 5430-982-00
droge-luchtinstallatie
fijnfilter ......................................... 1610-121-00
steriel lfilter .................................. 1640-981-00