7.9 Aanpassen van het
verwarmingspatroon van de
verwarmingsinstallatie
7307036-01 08.12
De buitentemperatuurafhankelijke automatische instelling van de aanvoertempe-
ratuur vindt plaats conform de steilheid van de verwarmingskarakteristiek van het
apparaat. Deze wordt bij de inbedrijfstelling door de verwarmingsvakman vooraf
ingesteld (basisinstelling: 1,5).
- Principe: hoe kouder de buitentemperatuur des te hoger de aanvoertempera-
tuur.
Opmerking: De voor het bereiken van een bepaalde ruimtetemperatuur vereiste
aanvoertemperatuur is wederom afhankelijk van de verwarmingsinstallatie en
van de thermische isolatie van het gebouw.
Als u nu vaststelt dat de opgewekte warmte niet overeenkomt met uw behoeften,
verander dan de verwarmingskarakteristiek. De exacte aanpassing van het verwar-
mingspatroon van uw installatie bereikt u door stapsgewijs verhogen of verlagen
van de verwarmingskarakteristiek( Afb. 4 ).
Afb. 4: Verwarmingskarakteristiek
° C
100
90
80
70
60
50
40
30
20
Condenserende oliewandketel NovoCondens WOB 15-25 B
4
3,5
10
0
-10
Buitentemperatuur
Programmering
3
2,75
2,5
2,25
2
1,75
1,5
1,25
1
0,76
0,5
0,25
-20
-30
° C
sRE036B
31