REMKO WKF / WKF-compact
13.2
Noodverwarming
Als bij uw verwarmingspompinstallatie na verloop
van tijd tijdens het bedrijf storingen optreden aan
de Smart Control op de buiten module, is het
mogelijk om een handmatige noodverwarming te
activeren. Hiertoe moet de elektrische verwar-
mingsstaaf, de interne primaire pomp en evt. de
verwarmingscircuitpompen handmatig worden
ingeschakeld.
Voor het inschakelen van de noodverwarming bij
uitval van de Smart Control gaat u als volgt te
werk:
1.
Verwijder het bovenste frontpaneel.
2.
Zet de zwarte knop op de linkerzijde van de
elektrische aansluitkast van de extra verwar-
ming op "positie 2".
3.
Zet de thermostaat op de elektrische aan-
sluitkast van de extra verwarming op de
gewenste temperatuur, bijv. vloerverwarming
35°C, radiator 50°C.
4.
Draai de draaischakelaar van de primaire
pomp (Wilo) naar rechts op ca. "5-uur"-
positie.
5.
Als u externe verwarmingscircuitgroepen
(pompen) gebruikt, moeten deze ook worden
voorzien van een afzonderlijke stroomvoor-
ziening.
6.
Als u externe verwarmingscircuitgroepen
(pompen), HGU of HGM van Remko worden
gebruikt, moeten deze ook met het draai-
wieltje aan de voorzijde van de pomp op de
"5-uurs"-positie worden ingesteld.
7.
Verwijder de servomotor van de 3-weg-scha-
kelklep door de zekeringssplitpen tussen de
motor en het ventielhuis er uit te trekken (zie
de afzonderlijke bedieningshandleiding "3-
weg-schakelklep").
8.
Trek de motor van het ventielhuis.
9.
Draai de cilindervormige kogelklep met de
ronde zijde in de richting van uitvoer B (ver-
warmingszijde vloerverwarming of radiator).
Voor het schakelen van de warmwater-bereiding
gaat u als volgt te werk:
1.
Draai de cilindervormige kogelklep met de
ronde zijde in de richting van uitvoer A (drink-
waterreservoir).
2.
Zet de thermostaat op de elektrische aan-
sluitkast van de extra verwarming op de
gewenste temperatuur, bijv. 50°C.
De volgende stroomrichtingen kunnen handmatig
worden bewerkstelligt:
84
Ventielaansluiting B -- verwarming
Ventielaansluiting A -- drinkwaterreservoir
De desbetreffende bedrijfsmodi moeten hand-
matig worden geschakeld!
Voor het inschakelen van de noodverwarming bij
uitval van de buitenmodule gaat u als volgt te
werk:
1.
Ga naar het menu van de Smart Control in
het niveau ............
2.
Stel het bivalentiepunt van de regelaar hoger
in dan de verwarmingsgrens van de instal-
latie.
3.
Het elektrische verwarmingselement wordt
nu geactiveerd.
4.
Controleer de ingestelde temperatuur op de
thermostaat van het elektrische verwar-
mingselement.
5.
Stel het eventueel hoger in dan de max.
gewenste temperatuur (WW-streeftempera-
tuur) bijv. WW-streeftemperatuur 45°C dan
het verwarmingselement op 50°C.
6.
De Smart Control zal de volledige verwar-
mingsregeling en het inschakelen van het
verwarmingselement overnemen.
2
3
Afb. 69: 3-weg-schakelklep
1: Servomotor
2: Zekeringssplitpen
3: Aansluiting A, drinkwaterreservoir
4: Aansluiting B, verwarming
5: Aansluiting AB
1
4
5