9
Elektrische aansluitingen
9.1 Algemene informatie
n
Er moet een nettoevoer voor zowel de buiten-
module als apart naar de binnenmodule
worden aangelegd.
n
De voedingsspanning van de binnenmodule
mag bij een spertijd vanuit de energieleveran-
cier niet worden uitgeschakeld (bescherming
tegen vorst).
n
Alle binnenmodules vragen om een eenfasige
spanningsvoorziening van 230 V / 50 Hz.
De buitenmodules van de serie WKF/WKF-
compact 85/120 worden met een eenfasige
spanning van 230 V / 50 Hz gevoed en de bui-
tenmodules van de serie WKF/WKF-compact
180 worden met een driefasige spanning van
400 V / 50 Hz gevoed .
n
De buiten- en de binnenmodule worden via
een tweeaderige besturingskabel met elkaar
verbonden.
n
Eventueel dient er voor een elektrische bijver-
warming voor nog een driefasige spannings-
voorziening naar de binnenmodule te worden
gezorgd.
n
De Smart-Control heeft informatie nodig over
de vraag of vanuit de energieleverancier een
vrijgave of een spertijd is geschakeld. Hiervoor
moet vanuit de gebruiker een schakelbaar con-
tact ter beschikking worden gesteld (contact
gesloten betekent vrijgave, contact open bete-
kent spertijd).
n
In de bijlage bij deze handleiding vindt u een
aansluitschema en de bijbehorende elektrische
schema's.
n
Voor het gebruik van warmtepompen worden
door de energieleveranciers (EVU) misschien
speciale tarieven aangeboden.
n
Informeer bij de plaatselijke energieleverancier
welke mogelijkheden er zijn.
GEVAAR!
De elektrische installatie moet door een gespe-
cialiseerd bedrijf worden uitgevoerd!
WAARSCHUWING!
Volg te allen tijde de geldende voorschriften
(VDE) en de bepalingen van de TAB 2007 op.
De omvang en het soort beveiliging staan in de
technische gegevens vermeld.
WAARSCHUWING!
Alle leidingdiameters dienen volgens VDE
0100 te worden gekozen. Let hierbij vooral op
de lengte van de leidingen en de installatie-
wijze. De gegevens in het aansluitschema en
in het systeemoverzicht zijn slechts één toege-
laten installatiemogelijkheid in een standaardsi-
tuatie!
AANWIJZING!
Let bij het aansluiten van de buitenmodule op
het correct aansluiten van de nulleiding, anders
gaan de varistoren op de netfilterprintplaat van
de buitenmodule kapot.
Controleer of alle elektrische stekker- en klem-
verbindingen goed vastzitten en goed contact
maken, eventueel aandraaien.
57