Afb.71
Locatie vul- en aftapkraan
6.1.2
Sifon vullen
Afb.72
Sifon vullen
2
1
6.1.3
Gascircuit voorbereiden
Afb.73
Meetpunt gasvoordruk
6.1.4
Instellen van de gaslekbewaking (VPS)
7734306 - v.05 - 01102021
2. Vul de CV-installatie met schoon water met behulp van de vul- en
aftapkraan (½", gemonteerd op het voorste deel).
3. Controleer de waterzijdige aansluitingen op dichtheid.
4. Zet de ketel onder spanning.
AD-3001559-01
Gevaar
De sifon moet altijd voldoende met water gevuld zijn. Dit voorkomt
dat er rookgassen in het vertrek komen.
1. Vul de sifon tot de markering via de condensbak.
2. Plaats de afdichtingsdop van de condensbak weer terug.
AD-3001600-01
Waarschuwing
Zorg dat de verwarmingsketel spanningsloos is.
1. Open de hoofdgaskraan.
2. Open de gaskraan bij de verwarmingsketel.
P1
3. Controleer de dichtheid van het gascircuit.
4. Ontlucht de gastoevoerleiding door het meetpunt P1 los te schroeven.
De gastoevoerleiding is goed ontlucht als er een gaslucht kan
worden waargenomen.
AD-3001560-02
5. Controleer de gasvoordruk op het meetpunt P1 .
De geadviseerde voordruk staat op het typeplaatje.
Opgelet
De voordruk mag nooit de maximumdruk overschrijden die in de
tabel met technische gegevens is vermeld.
6. Schroef het meetpunt weer dicht.
Als de verwarmingsketel is uitgerust met een VPS, moet deze worden
ingesteld op 50% van de gasvoordruk. Ga hiervoor als volgt te werk:
6 Voorbereiding van de inbedrijfstelling
41