5 Installatie
Afb.62
Installatiepomp
N L
Afb.63
Statusmeldingen
Status A
Status B
Nc
C No
Nc
C No
Afb.64
Aansluiten boilersensor/-
thermostaat
Tdhw
Afb.65
Tflow connector
Tflow
38
Aansluiten installatiepomp
1. Sluit een installatiepomp aan op de klemmen Pump van de
aansluitconnector.
Belangrijk
Het maximum opgenomen vermogen is 300 VA.
De functie van de installatiepomp kan worden veranderd met behulp van
AD-3001306-01
de parameters PP015, PP016 en PP018.
Aansluiten statusmeldingen
De twee potentiaalvrije contacten Status, zijn vrij instelbaar. Afhankelijk
van de instelling kan een bepaalde status van de ketel worden
doorgegeven.
Sluit een relais als volgt aan:
Nc Normaal gesloten contact. Contact opent wanneer status optreedt.
C Hoofdcontact.
No Normaal geopend contact. Contact sluit wanneer status optreedt.
Kies de gewenste statusmelding (instelling) met behulp van de parameters
EP018 en EP019.
AD-3001312-01
Aansluiten boilersensor/-thermostaat
Op de klemmen Tdhw van de aansluitconnector kan een boilersensor of
boilerthermostaat worden aangesloten. Gebruik alleen NTC 10 kΩ/25°C
sensoren.
Belangrijk
Bij ketels met een SCB-10-print, wordt de boilersensor/
thermostaat aangesloten op de SCB-10-print.
1. Sluit de twee-aderige kabel aan op de klemmen Tdhw van de
aansluitconnector.
AD-3000971-02
Aansluiten van een zonetemperatuursensor
Op de klemmen Tflow van de aansluitconnector kan een
zonetemperatuursensor worden aangesloten.
1. Sluit de twee-aderige kabel aan op de klemmen Tflow van de
aansluitconnector.
AD-3001311-01
Een buitentemperatuursensor aansluiten
Op de klemmen Tout van de aansluitconnector kan een
buitentemperatuursensor worden aangesloten. Sluit de sensor altijd aan
op de printplaat die de zones bestuurt. Bijvoorbeeld: als de zones worden
bestuurd door een SCB-02 of SCB-10, sluit dan de sensor aan op die
printplaat.
7734306 - v.05 - 01102021