WAARSCHUWING
Indien
beschadigd is, dan dient hij door
de Technische Dienst of in ieder
geval door personeel dat gelijk-
waardig
vervangen te worden, teneinde
elk risico te vermijden
WAARSCHUWING
De fabrikant kan op geen enkele
wijze
aansprakelijk
worden voor eventuele schade
of ongevallen die voortvloeien uit
het feit dat de in deze paragraaf
vermelde voorschriften of de
elektrische veiligheidsvoorschrif-
ten die van toepassing zijn in het
land waar het apparaat gebruikt
wordt, niet in acht genomen zijn
G
GEBRUIKSAANWIJZING
BELANGRIJK
Wanneer de glaskeramische plaat breekt, moet de
stekker van het apparaat onmiddellijk uit het stop-
contact worden gehaald
G.1
Inductiemodellen
De wokkookplaat van 1/2 module heeft één verwarmingszone
van 5 kW (N7E/N9E).
De kookplaten van een 1/2 module hebben twee verwar-
mingszones van 3,5 kW (N7E)/5 kW (N9E). De kookplaten van
1 module hebben vier verwarmingszones van 3,5 kW (N7E)/ 5
kW (N9E).
Alle verwarmingszones zijn op zichzelf staand en kunnen
afzonderlijk worden ingesteld.
LET OP:
De inductiekookplaat (van glaskeramiek) is gereed
voor het gebruik, een voorverwarmingsfase is niet
nodig.
G.1.1
Keuze van de pannen
Het inductiekooksysteem werkt met kookgerei waarvan het
materiaal van de bodem reageert op het variabele magne-
tische veld dat door de onderdelen van de apparatuur wordt
geproduceerd.
Het gebruik van kookgerei met andere eigenschappen produ-
ceert daarom andere effecten.
Het is dan ook mogelijk dat de verkregen prestaties verande-
ren als een ander type kookgerei wordt gebruikt.
De fabrikant biedt optionele accessoires (niet inbegrepen) die
de hoogste prestaties garanderen.
Het
inductiekooksysteem
pannenherkenningssysteem.
Als de pan van een ingeschakelde kookzone wordt wegge-
nomen, wordt de zone automatisch uitgeschakeld
Zodra de pan weer op de zone wordt gezet, wordt deze weer
ingeschakeld.
• Het wordt geadviseerd speciale pannen te gebruiken voor
het koken op inductieplaten, in het bijzonder meerlagige
pannen.
de
voedingskabel
gekwalificeerd
gesteld
is
uitgerust
met
F.7.4
Veiligheidsschakelaar
Controleer dat er een veiligheidsschakelaar is geïnstalleerd
tussen het voedingssnoer van het apparaat en het
elektriciteitsnet.
De maximale afstand van de opening tussen de contacten en
de maximale lekstroom dienen in overeenstemming te zijn met
de geldende veiligheidsvoorschriften.
is
F.7.5
Aarding en equipotentiaalknoop
Sluit het apparaat aan op een geaard stopcontact; neem het
vervolgens op in een equipotentiaalknoop door middel van de
schroef onder het frame aan de voorkant rechts.
De schroef is gemarkeerd met het symbool
• Gebruik pannen met een bodem van: ijzer, plaatijzer,
geëmailleerd ijzer, gietijzer, speciale gelaagde metalen.
• Gebruik geen pannen van gelaagd metaal met een
aluminium lichaam en open rand.
• Dit verwarmingssysteem werkt niet met ongeschikte mate-
rialen.
Hiermee
nikkelchroomstaal,
porselein.
• Pannen met een diameter van minder dan ca. 12 cm
[4,72"] worden niet door het systeem herkend; de verwar-
ming blijft buiten werking.
• Het wordt bovendien geadviseerd pannen met een diame-
ter van maximaal 28 cm [11,02"] te gebruiken, voor een zo
efficiënt mogelijke verwarming.
• Maak bij dit apparaat geen gebruik van lege pannen of
koekenpannen, aangezien in korte tijd hoge temperaturen
bereikt worden.
een
.
worden
bedoeld:
aluminium,
koper,
messing,
roestvrij
glas,
21