Opstellen
Opstellen van het scherm
Om een zo goed mogelijk beeld te verkrijgen, plaatst u de projector loodrecht ten opzichte van het scherm
met alle stelvoetjes plat en horizontaal op de ondergrond.
Opmerking
• De lens van de projector moet voor het midden van het scherm worden geplaatst. Als de horizontale lijn die
door het midden van de lens loopt niet loodrecht staat ten opzichte van het scherm, zal het beeld worden
vervormd, wat het bekijken ervan bemoeilijkt.
• Voor een optimaal beeld plaatst u het scherm zo dat het zich niet in direct zonlicht of kamerverlichting
bevindt. Licht dat direct op het scherm valt, zal de kleuren doen verbleken, wat het bekijken van beelden
bemoeilijkt. Doe de gordijnen dicht en dim de verlichting wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of fel
verlichte ruimte.
• U kunt geen polariserend scherm gebruiken met deze projector.
Standaardopstelling (frontprojectie)
■ Zet de projector op de juiste afstand van het scherm voor de door u gewenste schermgrootte. (Zie bladzijde
31.)
Schermgrootte
: 254 cm (100 inch)
Beeldverhouding : 16:9
Voorbeeld van een standaardopstelling
Zijaanzicht
90°
Bovenaanzicht
90°
-30
De afstand tussen het scherm en de projector
•
kan verschillen afhankelijk van de schermgrootte.
U kunt de standaardinstellingen gebruiken wanneer
•
de projector voor het scherm wordt geplaatst. Bij het
projecteren van een spiegelbeeld of omgekeerd beeld
Publiek
zet u de instelling op "Voor" in te stellen als "Projectie"
in het menu "Opties".
Plaats de projector zodanig dat de horizontale lijn
•
die door het midden van de lens loopt loodrecht
staat ten opzichte van het scherm.
Bladzijde 31
Bladzijde 73