Er wordt een regeneratie in werking gezet als min. 50 % van de actuele installatiecapaciteit
is verbruikt. Het tijdstip van de regeneratie wordt binnen een tijdvak geplaatst, waarin weinig
water wordt verbruikt. Het tijdstip van de regeneratie kan ook vast worden ingesteld.
Bij elke regeneratie wordt alleen de verbruikte installatiecapaciteit geregenereerd. Hierbij
wordt alleen zo veel zout gebruikt als nodig is. Uiterlijk na vier dagen zonder regeneratie zet
de installatie, zoals in DIN 19636-100 vereist, om hygiënische redenen een volledige
regeneratie in werking.
De intelligentie van de onthardingsinstallatie softliQ maakt een efficiënt bedrijf mogelijk, met
een minimaal zout- en stroomverbruik.
3.3.3
Werkwijze
De onthardingsinstallatie softliQ:MC biedt vier modi (keuzemogelijkheden):
● Eco
Minimale ressource-input bij normaal gebruiksgedrag.
● Power
Maximaal vermogen voor hoogste belasting.
● Comfort
Optimale ressource-input en optimaal vermogen van de installatie.
● Individual
Voor de invoer van een eigen gebruikersprofiel.
3.4
Uitvoering
3.4.1
Elektronisch geregelde menginstallatie
De elektronisch geregelde menginstallatie regelt zelfstandig de verhouding tussen volledig
onthard water en ruw water. De regeling vindt afhankelijk van de in de besturing
geprogrammeerde ruw- en zachtwaterhardheid plaats.
3.4.2
Vooralarm zoutvoorraad
Een lichtsensor controleert een keer per regeneratie de vulhoogte van het regenereerzout.
Bij een geringe vulhoogte van het regenereerzout verstuurt de besturing een melding in de
vorm van een waarschuwing. Deze wordt door een geel symbool in de besturing
weergegeven. Nadat het niveau onder de minimale vulhoogte is gedaald, berekent de
besturing de waarschijnlijke reikwijdte van de zoutvoorraad en geeft deze in dagen weer.
De waarschijnlijke reikwijdte wordt berekend aan de hand van het waterverbruik van de
afgelopen dagen. Bij een wisselend waterverbruik, schommelt ook de weergegeven
reikwijdte.
Productbeschrijving
13 | 76