3
Ingebruikname
3.1
Batterijentest / Apparaat inschakelen
START
Het apparaat wordt ingeschakeld door de bediening van een van de toet-
sen.
Vijf verschillende batterijsymbolen van leeg tot vol geven in het hoofdmenu
continu informatie over de actuele geladenheid van de batterijen.
Indien bij het inschakelen de volgende melding verschijnt
– niet gedefinieerde data staan in het geheugen – moet de totale geheu-
gen inhoud gewist worden.
6
3.2
Batterijentest / Apparaat inschakelen
Voordat u het instrument voor de eerste keer in gebruik neemt, of als het
batterijensymbool uit nog slechts één gevuld segment bestaat, moeten de bat-
terijen worden vervangen.
Indien het wisselen van de batterijen langer duurt dan 5 - 10 minuten gaat
de geheugeninhoud verloren.
!
Let op!
Voor het openen van de batterijhouder, moeten alle polen van het
instrument van het meetcircuit (het net) worden losgekoppeld.
Trek de teststeker eruit!
Voor het gebruik van de PROFiTEST
overeenkomstig IEC LR14 vereist. Gebruik alleen alkaline batterijen.
Oplaadbare NiCd- of NiMH-batterijen kunnen eveneens worden gebruikt.
Voor het opladen en voor de oplader zie ook hoofdstuk 12.2 op pagina
31.
Wisselt altijd de komplete set batterijen.
Zorg ervoor dat de batterijen na verwijdering op een milieuvriendelijke
manier worden verwerkt.
➭
Schroef aan de achterkant de beide schroeven van de batterijhouder
los, haal ze eruit, en neem de deksel er af.
➭
Plaats vier 1,5 V penlight-batterijen juist gepoold in overeenstemming
met de symbolen in de houder. Begin hierbij met de beide door de
behuizing half afgedekte batterijen.
➭
Plaats de deksel weer terug en schroef deze vast.
!
Let op!
Het apparaat mag zonder vastgeschroefde batterijdeksel
+
niet gebruikt worden!
®
C zijn vier 1,5 V penlight-batterijen
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH