Hoofdstuk 8
F02
Storing aansluiting temperatuurvoeler
F03
1
Controleer de kabelboom en stekerverbindin-
F04
gen.
2
Controleer of de temperatuurvoelers juist zijn
aangesloten.
3
Controleer of de temperatuurvoelers werkzaam
zijn:
warmer worden van de temperatuurvoeler gaat
4
Controleer de besturingsunit.
1Fnn Storing systeemventilator
1Fnn
1
Controleer of de systeemventilator vrij kan
1F36
draaien en niet geblokkeerd wordt.
2
Controleer de kabelboom en de stekerverbin-
dingen.
3
Bij 1F36 storing van de systeemventilator de
2 stuks M4 boutjes van de branderbevestiging
vastdraaaien (t.b.v. juiste ionisatie)
Storing communicatie ruimtethermostaat
1
Controleer of de ruimtethermostaat display-weergave
heeft, sluit eventueel een andere aan op de schakel-
kast.
2
Controleer of de ruimtethermostaat juist is aangesloten
op de besturingsunit.
3
Controleer de kabelboom en de stekerverbindingen.
4
Controleer de besturingsunit.
Ionisatie valt weg tijdens branden
1
Controleer de gasdruk in de toevoerleiding (20 - 30
mbar) tijdens ontsteken en branden, ook indien andere
gastoestellen schakelen.
2
Controleer de inspuiter op vervuiling.
3
Controleer het 'laag' branden van het toestel gedu-
rende minimaal 20 minuten en verhoog zo nodig het
minimumtoerental van de rookgasventilator.
48
Storing aansturen koelcompressor
1
Controleer of de ingestelde temperatuur op de ruimte-
thermostaat lager is dan de omgevingstemperatuur.
2
Diswitches op interface koeling niet juist ingesteld.
(voor meer informatie over Allure met koeling zie het
hierbij behorende installatievoorschrift)
Kortsluiting
De besturingsunit is uitgevoerd met één smeltveilig-
heid.
Zie voor positie en waarde § 10.1.
In het laagspanningscircuit zitten twee zelfherstellende
zekeringen; na het in werking treden duurt het enige tijd
voordat deze zich weer "hersteld" hebben.
Allure 2e druk mei 2010
Storing