・Bedradingsvoorbeeld
Ⓐ
3N~380–415 V
L1, L2, L3, N
Ⓐ
~220–240 V
L, N
・Let erop dat u de juiste overstroomonderbreker gebruikt. Denk eraan dat in de gegenereerde overstroom een
hoeveelheid gelijkstroom is begrepen.
・Selecteer het type onderbreker voor een omvormercircuit als een aardlekschakelaar. (de NV-S-reeks of een
soortgelijke reeks van Mitsubishi Electric)
・De aardlekschakelaar moet worden gebruikt in combinatie met een lokale schakelaar.
・Gebruik een lokale schakelaar met minstens 3 mm (1/8 in) contactafstand tussen elke pool.
・Sluit de voedingskabels L1, L2 en L3 niet aan op N. Controleer de juiste fasevolgorde.
・Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze worden vervangen door de producent, diens
onderhoudsinstallateur of een gelijkwaardig gekwalificeerde technicus om gevaar en problemen te voorkomen.
・Sluit de binnen- en buitenunits op afzonderlijke voedingskabels aan.
・Afmeting voedingskabel, apparaatcapaciteit en systeemimpedantie
(als lokale voorschriften geen minimale kabelafmetingen of apparaatcapaciteit bepalen, volgt u de waarden in de
onderstaande tabel.)
(E)M200
4,0 (12)
(E)M250
4,0 (12)
(E)M300
4,0 (12)
Buitenunit
(E)M350
6,0 (10)
(E)M400
10,0 (8)
(E)M450
10,0 (8)
(E)M500
10,0 (8)
F0 ≤ 16 A *
1,5 (16)
1
Totale
stroomsterkte
F0 ≤ 25 A *
2,5 (14)
1
van de
binnenunits
F0 ≤ 32 A *
4,0 (12)
1
*1 Gebruik de grootste waarde van F1 of F2 als waarde voor F0.
F1 = Totaal van de maximale stroomsterkte van elke binnenunit × 1,2
F2 = {V1 × (hoeveelheid type 1)/C} + {V1 × (hoeveelheid type 2)/C} + {V1 × (hoeveelheid type 3)/C} + {V1 × (hoeveelheid type 4)/C}
*2 De stroomgevoeligheid wordt met de volgende formule berekend.
G1 = (V2 × hoeveelheid type 1) + (V2 × hoeveelheid type 2) + (V2 × hoeveelheid type 3) + (V2 × hoeveelheid type 4) +
(V3 × lengte voedingskabel (km))
*3 Voldoet aan de technische eisen van IEC 61000-3-3.
*4 Als een HBC-controller op een hoogte van minder dan 1,8 meter van de grond is geïnstalleerd en bij de circulatieventilator ernaast een
verminderde luchtstroom wordt gedetecteerd, moet het systeem binnen 10 seconden na detectie worden uitgeschakeld. Verbind de
contactaansluiting met de voedingskabel van de buitenunit en open de contactaansluiting voordat het systeem wordt uitgeschakeld. (Zorg dat
u de juiste contactor selecteert en rekening houdt met de capaciteit van de onderbreker.)
WT09050X01
Ⓑ
Ⓒ
Ⓓ
Ⓖ
Ⓗ
Ⓑ
Ⓕ
Ⓕ
Ⓖ
Ⓖ
Minimumgrootte [mm
(AWG)]
2
Voe-
Voedingskabel
Aar-
dings-
na
dings-
kabel
aftakkingspunt
draad
–
4,0 (12)
–
4,0 (12)
–
4,0 (12)
–
6,0 (10)
–
10,0 (8)
–
10,0 (8)
–
10,0 (8)
1,5 (16)
1,5 (16)
2,5 (14)
2,5 (14)
4,0 (12)
4,0 (12)
ⓛ
Ⓔ
Ⓕ
Ⓕ
Ⓖ
Ⓖ
Lokale schakelaar
Aardlekschakelaar
Capaciteit Zekering
30 A 100 mA 0,1 sec.
25
of minder
30 A 100 mA 0,1 sec.
32
of minder
30 A 100 mA 0,1 sec.
32
of minder
40 A 100 mA 0,1 sec.
40
of minder
60 A 100 mA 0,1 sec.
63
of minder
60 A 100 mA 0,1 sec.
63
of minder
60 A 100 mA 0,1 sec.
63
of minder
20 A
16
stroomgevoeligheid *
2
30 A
25
stroomgevoeligheid *
2
40 A
32
stroomgevoeligheid *
2
43
Aardlekschakelaar
Ⓐ
Ⓑ
Lokale schakelaar (overstroomonderbreker
en aardlekschakelaar)
Ⓒ
Contactor*
4
Ⓓ
Buitenunit
Trekdoos
Ⓔ
Ⓕ
Binnenunit
Ⓖ
Aarde
Ⓗ
Hoofd-HBC-controller
Sub-HBC-controller
Ⓘ
(A)
Overstroom-
onderbreker
(NFB) (A)
systeemimpedantie
25
30
32
30
32
30
40
40
63
60
63
60
63
60
16
20
(IEC 61000-3-3)
25
30
(IEC 61000-3-3)
32
40
(IEC 61000-3-3)
Maximale
toelaatbare
*
3
*
3
*
3
0,26
0,20
0,19
0,16