Inhoudsopgave
Advertenties
Apparaat bedienen
nl
Handmatige ventilatieregeling
U kunt de ventilatiestand handmatig besturen.
Bij hoge pannen kan geen optimaal
Aanwijzing:
afzuigvermogen worden gegarandeerd. Het
afzuigvermogen kan worden verbeterd door een deksel
schuin op de pan te leggen.
Activeren
Raak het symbool
:
1.
De ventilatie start bij de vooringestelde
vermogensstand.
Kies in de volgende 10 seconden in het instelgebied
2.
de juiste kookstand.
De ingestelde vermogensstand wordt weergegeven
in het instelgebied.
Raak het symbool
:
3.
te bevestigen.
De ventilatie is ingeschakeld.
Wijzigen en uitschakelen
Raak het symbool
aan en kies de gewenste
:
kookstand of in het instelgebied op
Intensief-stand
Er zijn twee intensiefstanden voor de ventilatie.
Wanneer u de intensiefstand activeert, werkt de
ventilatie korte tijd met maximaal vermogen.
Activeren
Raak het symbool
aan en stel de gewenste
:
vermogensstand in.
Intensiefstand I: raak het symbool
■
boven het symbool brandt. De intensiefstand is
geactiveerd.
Intensiefstand II: raak het symbool
■
aan. De lijn boven het symbool knippert. De
intensiefstand is geactiveerd.
Na acht minuten schakelt het apparaat
Aanwijzing:
zelfstandig terug naar de vermogensstand
Wijzigen en uitschakelen
Raak het symbool
aan en kies de gewenste
:
kookstand of in het instelgebied op
Automatische start
Wanneer u voor een kookzone een kookstand kiest,
dan schakelt de automatische start in.
De kookplaat wordt standaard met sensorgeregelde
automatische start geleverd. Hoe u deze instelling
wijzigt kunt u lezen in hoofdstuk ~ "Basisinstellingen".
Automatische start met sensorsturing
De luchtkwaliteitssensor registreert de kookdamp
automatisch, kiest de optimale kookstand en laat de lijn
boven het symbool
oplichten.
w
18
aan.
aan om de gekozen instelling
instellen.
‹
aan. De lijn
á
twee keer
á
.
Š
instellen.
‹
Automatische start via kookstanden
De ventilatie schakelt bij een kookstand
overeenkomstig de betreffende kookstand van de
kookzone in.
Automatische modus met sensorregeling
De kookplaat beschikt over een luchtkwaliteitssensor,
welke de kookdamp automatisch registreert en de
ventilatie inschakelt.
Wanneer de automatische start is uitgeschakeld of op
basis van kookstanden is ingesteld, dan kunt u de
werking met sensorregeling te allen tijde handmatig
inschakelen.
Activeren
Raak het symbool
aan. De lijn boven het symbool
w
brandt feller en de optimale vermogensstand wordt met
behulp van de sensor automatisch ingesteld.
Deactiveren
Raak het symbool
aan. De lijn boven het symbool
w
dooft. De sensorbesturing is uitgeschakeld.
Hoe u de sensorgevoeligheid instelt kunt u
Aanwijzing:
lezen in hoofdstuk ~ "Basisinstellingen".
Naloop-functie
De naloopfunctie laat het ventilatiesysteem na het
uitschakelen van de kookplaat enkele minuten
doorlopen. Zo wordt de nog aanwezige kookdamp
verwijderd. Daarna schakelt het ventilatiesysteem
automatisch uit.
De kookplaat wordt standaard met de nalooptijd met
een maximale uitschakeltijd geleverd. Hoe u deze
instelling wijzigt kunt u lezen in hoofdstuk
~ "Basisinstellingen".
Activeren
De nalooptijd-functie is overeenkomstig de
geconfigureerde basisinstellingen mogelijk:
Via de regeling van de luchtkwaliteitssensor. Het
■
symbool
brandt.
w
Met een maximale uitschakeltijd. Het symbool
■
verlicht.
De naloop schakelt alleen in wanneer er
Aanwijzing:
minstens één kookzone minimaal één minuut werd
ingeschakeld.
Deactiveren
Handmatig
Raak het symbool
of
:
uitgeschakeld.
Automatiek
In de volgende gevallen wordt de naloopfunctie
uitgeschakeld:
De nalooptijd is afgelopen.
■
Het apparaat wordt weer ingeschakeld.
■
De sensor stelt vast dat de luchtkwaliteit in orde is.
■
aan. De naloopfunctie wordt
w
is
:
Advertenties
Inhoudsopgave
