Reductie wegens hoge schakelfrequentie – VLT
2800
Een hogere schakelfrequentie (in te stellen in para-
meter 411 Schakelfrequentie) leidt tot hogere verliezen
in de elektronica van de frequentieomvormer.
De VLT 2800 heeft een pulspatroon waarin het moge-
lijk is de schakelfrequentie in te stellen van
3,0-10,0/14,0 kHz.
De frequentieomvormer zal de nominale uitgangs-
stroom I
automatisch reduceren wanneer de
VLT,N,
schakelfrequentie boven de 4,5 kHz komt.
In beide gevallen wordt de reductie lineair uitgevoerd,
tot minimaal 60% van I
VLT,N
Temperatuurafhankelijke schakelfrequentie
Deze functie zorgt voor de hoogst mogelijke schakel-
frequentie zonder dat een thermische overbelasting
van de frequentieomvormer plaatsvindt. De interne
temperatuur is de actuele uitdrukking van de mate
waarin de schakelfrequentie kan worden gebaseerd
op de belasting, de omgevingstemperatuur, de voe-
dingsspanning en de kabellengte.
De functie zorgt ervoor dat de frequentieomvormer de
schakelfrequentie automatisch bijstelt tussen f
and f
(parameter 411); zie onderstaande teke-
sw,max
ning.
®
MG.27.A2.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
.
sw,min
VLT® 2800-serie
Bij het gebruik van het LC-filter is de minimale scha-
kelfrequentie 4,5 kHz.
Galvanische scheiding (PELV)
PELV-isolatie (Protective Extra Low Voltage) wordt
gerealiseerd door galvanische scheiders te plaatsen
tussen de stuurcircuits en de circuits die verbonden
zijn met het netpotentiaal. De VLT is ontworpen om te
voldoen aan de eisen voor beveiligde isolatie met be-
hulp van de vereiste kruip- en spelingsafstanden. De-
ze vereisten worden beschreven in de norm EN
50178. Bovendien wordt voorgeschreven dat de in-
stallatie volgens de lokale/nationale voorschriften ten
aanzien van PELV moet worden uitgevoerd.
Alle stuurklemmen, klemmen voor seriële communi-
catie en relaisklemmen zijn op een veilige manier ge-
scheiden van het netpotentiaal, dat wil zeggen dat ze
voldoen aan de PELV-vereisten. Circuits die zijn aan-
gesloten op de stuurklemmen 12, 18, 19, 20, 27, 29,
33, 42, 46, 50, 53, 55 en 60 zijn galvanisch met elkaar
verbonden. De aansluiting tussen seriële communica-
tie en de veldbus is galvanisch gescheiden van de
stuurklemmen, hoewel dit slechts een functionele
scheiding is.
De relaiscontacten van klem 1-3 zijn door versterkte/
dubbele isolatie gescheiden van de andere stuurcir-
cuits, dat wil zeggen dat deze voldoen aan de PELV-
vereisten, ook al is er sprake van netpotentiaal bij de
relaisklemmen.
De hieronder beschreven circuitelementen vormen
een veilige elektrische scheiding. Zij voldoen aan de
vereisten voor versterkte/dubbele isolatie en de bijbe-
horende testen volgens EN 50178.
1.
Transformatorscheiding en optische schei-
ding in voedingsspanning.
89