Pulsreferentie/terugkoppeling komt overeen met para-
meter 205 Maximumreferentie, Ref
Pulsterugkoppeling wordt gebruikt als het gebruikte te-
rugkoppelsignaal een pulsreeks (frequentie) is. In pa-
rameter 327 Pulsreferentie/terugkoppeling wordt de
maximale pulsterugkoppelingsfrequentie ingesteld.
Pulsingang wordt gebruikt als een specifiek aantal pul-
sen moet leiden tot een precisiestop; zie parameter
343 Precisiestop en parameter 344 Tellerwaarde.
Keuze van setup, lsb en Keuze van setup, msb maken
het mogelijk om een van de vier setups te selecteren.
Parameter 004 moet hiervoor echter op Multisetup zijn
ingesteld.
Reset and start kan als startfunctie worden gebruikt.
Als er 24 V op de digitale ingang is aangesloten, wordt
de frequentieomvormer gereset en loopt de motor aan
tot de digitale referentie.
Pulsteller starten wordt gebruikt om een tellerstopreeks
met een pulssignaal te starten. De pulsbreedte moet
minimaal 14 ms bedragen en mag niet langer zijn dat
de tellerperiode. Zie ook parameter 343 en de bijbe-
horende instructie, MI.28.Cx.yy.
308
Klem 53, analoge ingangsspanning
(AI [V]53FUNCT.)
Waarde:
Geen functie (NO OPERATION)
Referentie (REFERENCE)
Terugkoppeling (FEEDBACK)
Wobbel (WOBB.DELTA FREQ [%])
Functie:
Met deze parameter kunt u selecteren welke functie
aangesloten moet zijn op klem 53. Het schalen van het
ingangssignaal wordt uitgevoerd in parameter 309
Klem 53, min. schaling en parameter 310 Klem 53, max.
schaling.
Beschrijving van de keuze:
Geen functie [0].Is te gebruiken als de frequentieom-
vormer niet moet reageren op signalen die zijn aan-
gesloten op de klem. Referentie [1]. Als deze functie
wordt geselecteerd, kan de referentie worden gewij-
zigd door middel van een analoog referentiesignaal.
Als er referentiesignalen op meer dan één ingang zijn
aangesloten, moeten de referentiesignalen bij elkaar
worden opgeteld.Als een spanningsterugkoppelings-
signaal wordt aangesloten, moet Terugkoppeling [2]
worden geselecteerd op klem 53.
= fabrieksinstelling, () = display-tekst, [] = waarde die gebruikt wordt voor communicatie via de seriële communicatiepoort
®
MG.27.A2.10 – VLT
is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Wobbel [10]
.
De driehoekfrequentie kan worden bestuurd door de
MAX
analoge ingang.Als WOBB.DELTA FREQ is ingesteld
als analoge ingang (par. 308 of 314) komt de gese-
lecteerde waarde in par. 702 overeen met 100 % van
de analoge ingang.
Voorbeeld: analoge ingang = 4-20 mA, driehoekfre-
quentie par. 702 = 5 Hz • 4mA = 0 Hz en 20 mA = 5
Hz. Zie Wobbelinstructie MI28JXYY voor meer infor-
matie als deze functie wordt geselecteerd.
Deze parameter wordt gebruikt voor het instellen van
de signaalwaarde die moet overeenkomen met de mi-
nimumreferentie of de minimumterugkoppeling, para-
meter 204 Minimumreferentie, Ref
terugkoppeling, FB
Stel de gewenste waarde voor de spanning in. Omwille
van de nauwkeurigheid moet gezorgd worden voor
compensatie van spanningsverlies in lange signaal-
kabels. Indien de onderbrekingsfunctie moet worden
gebruikt (parameter 317 Time-out en 318 Functie na
[0]
time-out), moet de ingestelde waarde hoger zijn dan 1
[1]
V.
[2]
[10]
Deze parameter wordt gebruikt voor het instellen van
de signaalwaarde die moet overeenkomen met de
maximumreferentie of de maximumterugkoppeling,
parameter 205 Maximumreferentie, Ref
mumterugkoppeling, FB
Stel de gewenste waarde voor de spanning in. Omwille
van de nauwkeurigheid moet gezorgd worden voor
compensatie van spanningsverlies in lange signaal-
kabels.
VLT® 2800-serie
309
Klem 53 min. schaling
(AI 53 SCALE LOW)
Waarde:
0,0 - 10,0 V
Functie:
.
MIN
Beschrijving van de keuze:
310
Klem 53 max. schaling
(AI 53 SCALE HIGH)
Waarde:
0 - 10,0 V
Functie:
.
MAX
Beschrijving van de keuze:
0,0 Volt
/ 414 Minimum-
MIN
10.0 V
/ 414 Maxi-
MAX
39