Inhoudsopgave
Advertenties
5.
Bijzondere instructies voor het gebruik in Explosieve Omgevingen in
overeenstemming met de Europese Richtlijn ATEX 94/9/EG.
De MX52-detectiecentrale die bestemd is voor de meting van ontploffingsgassen is in overeenstemming
met de vereisten en bepalingen van de Europese Richtlijn ATEX 94/9/EG betreffende de explosieve
omgevingen.
Dankzij de metrologische prestaties, die door het erkende controleorganisme INERIS getest werden, is
de MX52-centrale die aan de INDUSTRIAL SCIENTIFIC-detectors CEX300 en die van de serie OLC/OLCT
20, 40, 50, 60 gekoppeld is, geklasseerd als veiligheidsvoorziening. De centrale kan zo bijdragen tot het
beperken van de ontploffingsgevaren door de informatie die naar de externe organen gestuurd wordt.
De verantwoordelijke van de site waar het materiaal geplaatst wordt, moet met de informatie in de
volgende paragrafen rekening houden en deze ook strikt naleven. We verwijzen hiervoor naar de voorschriften
van de Europese Richtlijn ATEX 1999/92/EG betreffende de verbetering van de bescherming inzake de
veiligheid en gezondheid van de werknemers die aan explosieve omgevingen blootgesteld zijn.
5.1.
Instructies voor de mechanische en elektrische installaties in een
Geklasseerde Zone.
De installatie moet gebeuren volgens de van kracht zijnde normen, en dan meer bepaald de normen EN
60079-14, EN 60079-17 en EN 50281-1-2.
De MX52-centrale mag niet aan sterke mechanische trillingen blootgesteld worden en moet in een
veilige zone, buiten een explosieve omgeving, geplaatst worden.
We verwijzen hier uitdrukkelijk naar de handleidingen voor gebruik en inwerkingstelling van de
hierboven vermelde gasdetectors, paragraaf 'Bijzondere instructies voor het gebruik in Explosieve Omgevingen
in overeenstemming met de Europese Richtlijn ATEX 94/9/EG'
Voor de installaties met een intrinsieke veiligheid herinneren we eraan dat de verantwoordelijke van de
IV-installatie, ook wel de "systeemontwerper" genoemd, een systeemdocument moet opstellen dat aantoont dat
het volledige systeem Detector Voedingskabel aan de Intrinsieke Veiligheid voldoet. Voor het opstellen van dit
document verwijzen we hier ook naar de norm EN 50039 voor groep II en de norm EN 50394-1 voor groep I.
5.2.
Metrologische specificaties
De centrale is in overeenstemming met de volgende Europese normen:
Met detectors voor ontploffingsgassen:
-
De Europese normen EN 50054 en EN 50057 voor de gassen Methaan (ijkgas), Propaan en
Waterstof (gas volgens de antwoordcurven) wanneer de centrale met de gasdetectors CEX300 en
die van de serie OLC/OLCT 20, 40, 50, 60 gebruikt wordt. Wanneer de centrale met andere
sensortypes gebruikt wordt die een meetstroom van 4/20 mA afgeven, moeten deze voldoen aan
paragraaf 1.5 van Bijlage II van de Richtlijn Atex 94/9/EG en compatibel zijn met hun kenmerken
(cf. overdrachtcurve van de centrale).
-
De Europese norm EN 50271
26
Advertenties
Inhoudsopgave
