2.3.
Werkingsmodi
2.3.1. Geluidswaarschuwing (zoemer):
In normale werking en bij elk defect of alarm treedt de geluidswaarschuwing in werking. Deze kan u stoppen
door de toets OPHEFFEN in te drukken of door op te heffen vanop afstand. De zoemer geeft een continu of
onderbroken geluid (naargelang van de programmering op de centrale) wanneer er een alarmdrempel
overschreden wordt.
2.3.2. Elektroluminescente diodes (LED's) (Fig. 26 bladzijde 53).
Elke meetweg beschikt over 5 LED's (zichtbaar en gemarkeerd aan de VOORZIJDE):
LED
GROEN
1ste rood
2de rood
3de rood
Geel
2.3.3. Alarmdrempels
Elk van de 3 alarmdrempels is voor elke meetweg volledig onafhankelijk programmeerbaar (zie menu
« Programmering Weg »).
In een normale werking treedt een gasalarm slechts in werking na een vooraf geprogrammeerde termijn om
ongepaste alarmen te voorkomen.
De alarmdrempels kan u op de volgende wijzen behandelen:
- in een normale cyclus met manueel wissen: blokdiagram 1
- in een normale cyclus met automatisch wissen: blokdiagram 2
- in de parkingcyclus: blokdiagram 3
De alarmdrempels zullen gekozen worden in functie van de gedetecteerde gassen en de overeenkomstig
geldende en toepasselijke normen.
Gedoofd
Weg buiten gebruik
AL1 niet geactiveerd
AL2 niet geactiveerd
AL3 niet geactiveerd
Geen defect
22
Vast oplichtend
Meetweg in werking
drempel AL1
overschreden
(met automatisch wissen)
drempel AL2
overschreden
(met automatisch wissen)
drempel AL3
overschreden door
gemiddelde of termijn
(met automatisch wissen)
Meetweg defect
Knipperend
drempel AL1
overschreden
(met manueel wissen) en
niet opgeheven
drempel AL2
overschreden
(met manueel wissen) en
niet opgeheven
- Meetweg in kalibrering
of in programmering
- sensor in kalibrering