REMKO ATY
6
Installatie
Installeren van het apparaat
AANWIJZING!
Het installeren mag alleen door geautoriseerd
vakpersoneel worden uitgevoerd.
Het apparaat wordt op het wandframe gemon-
teerd, waarbij rekening moet worden gehouden
met de luchtuitstroom aan de onderkant.
1.
Teken op basis van de afmetingen van het
wandframe de bevestigingspunten af op een
statisch geschikte bouwconstructie.
2.
Verwijder evt. de uitbreekopening in de
behuizing.
3.
Sluit, zoals verder beschreven, de koudemid-
delleidingen, elektrische leidingen en con-
densleiding aan op de binnenunit.
4.
Hang de binnenunit iets naar achter gekan-
teld in het wandframe en druk daarna de
onderkant van het apparaat tegen het wand-
frame.
5.
Controleer nogmaals of het apparaat
waterpas hangt. (Afb. 21)
Afb. 21: Waterpas stellen
Het wandframe voor de apparaten moet met
geschikte schroeven en pluggen worden beves-
tigd.
22
Aansluiting van de koudemiddelleidingen
De aansluiting van de koudemiddelleidingen ter
plaatse geschiedt aan de achterkant van het appa-
raat.
Eventueel moet op de binnenunit een verloop-
nippel naar een grotere of kleinere diameter
worden geïnstalleerd. Deze verloopnippels worden
standaard meegeleverd met de binnenunit.
Na de montage moeten de verbindingen dampdif-
fusiedicht worden geïsoleerd.
AANWIJZING!
Het apparaat is vanuit de fabriek gevuld met
gedroogde stikstof voor lekdichtheidscontrole.
De onder druk staande stikstof ontsnapt bij het
losdraaien van de wartelmoeren.