Inhoudsopgave
Advertenties
Alarmen
Omschrijving
A12 ADDRESS ERROR
In COMBO-modus hebben verschillen-
de apparaten in de groep hetzelfde
adres.
Herstelmodus:
• Automatische reset
A13 NO COMMUNICA-
In COMBO mode is de communicatie
TION
van de slave unit met de master onder-
broken.
Herstelmodus:
• Automatische reset
A14 MIN. VALUE
De van de analoge ingang afgelezen
ALARM
waarde is hoger onderste de waarde
die is ingesteld voor de parameter Min
alarm value.
Herstelmodus:
• Automatische reset
A15 KEYBOARD
Een toets van het toetsenbord is langer
FAULT
dan 30 seconden ingedrukt.
Herstelmodus:
• Alarm gereset door STOP-knop.
• Verwijderen van de voeding
A16 CPU ALARM
Communicatiefout tussen het bestu-
ringsgedeelte en het vermogensgedeel-
te of fout in de CPU.
Herstelmodus:
• Automatische reset
A17 BRAKE ALARM
Bij apparaten met een rem geeft hij aan
wanneer de maximale energie die door
de remweerstand kan worden opgeno-
men, is bereikt.
Herstelmodus:
• Automatische reset indien parameter
Autorestart = ON
A18 BRAKE OVER-
In apparaten uitgerust met een rem,
TEMP
geeft hij aan wanneer de maximumtem-
peratuur van de remweerstand is be-
reikt.
Herstelmodus:
• Automatische reset indien parameter
Autorestart = ON
A19 OUT OF STEP
Met parameter Motor type ingesteld op
Synchronous PM, verlies van motorbe-
sturing.
Herstelmodus:
• Automatische reset met 3 minuten
vertraging.
A20 INPUT PHASE
Afwezigheid van een stroomvoorzie-
LOSS
ningsfase.
Herstelmodus:
• Automatische reset indien parameter
Autorestart = ON
VASCO - VAriable Speed COntroller
Mogelijke oplossingen
• Herstel de correcte waarde van de parameter Indirizzo in alle appa-
raten van de groep.
• Controleer in welke situatie het alarm verschijnt.
• Als het alarm verschijnt na een masterwijziging, controleer dan of de
parameter Autorestart geactiveerd is.
• Controleer de elektrische verbinding tussen het slave-apparaat en
het master-apparaat en op eventuele storingen.
• Controleer de elektrische verbinding tussen het slave-apparaat en
het master-apparaat en op eventuele storingen.
• Verlaat het hoofdprogrammeermenu.
• Probeer een handmatige reset van het alarm.
• Controleer de waarde die voor de parameter is ingesteld.
• Controleer de hydraulische oorzaken die tot het bereiken van de
alarmtoestand hebben geleid.
• Controleer of de sensor correct werkt.
• Controleer of de toetsen van het toetsenbord mechanisch vrij zijn.
• Controleer de waarde van de voedingsspanning bij geen belasting
en bij belasting.
• Controleer op elektrische ruis van andere apparaten die op het sys-
teem zijn aangesloten.
• Controleer de integriteit van de communicatiekabel tussen de bestu-
ringskaart en de voedingskaart.
• Controleer mogelijke oplossingen voor het alarm A06 OVER VOL-
TAGE .
• Controleer mogelijke oplossingen voor het alarm A06 OVER VOL-
TAGE .
• Controleer of de remweerstand goed werkt.
• Controleer mogelijke oplossingen voor het alarm A01 OVERCUR-
RENT MOT.
• Controleer of alle drie de stroomfasen aanwezig zijn.
• Controleer de balans van de stroomtoevoer fasen.
LET OP
Houd signaalkabels apart en nooit parallel aan voe-
dingskabels. Als het nodig is om ze te ontmoeten,
zorg dan dat de kruising haaks is.
55
Advertenties
Inhoudsopgave
