Parameter
Default
Dry run cosphi
cosphi = X.XX
Restarts delay
10
t = XX [min]
Change PASSWORD1
Press ENT
9.8. Motorparameters
Parameter
Default
Motor type
Three-
phase
XXXXXXXX
asyn.
Rated motor Volt
V = XXX [V]
Voltage boost
V = XX.X [%]
Rated motor Amp.
I = XX.X [A]
Rated motor freq
50
f = XXX [Hz]
Max motor freq.
50
f = XXX [Hz]
Min motor freq.
30
f = XXX [Hz]
Ramp up time
t = XX [sec]
Ramp down time
t = XX [sec]
42
VASCO - VAriable Speed COntroller
Omschrijving
Cosphi waarde gemeten wanneer de pomp droogloopt. Onder
deze waarde stopt het toestel de pomp en geeft het een alarm
voor watertekort.
Indien de motor van het permanent magneet synchrone type
is, vertegenwoordigt deze parameter het percentage ten op-
zichte van de ingestelde nominale stroom, waaronder het toe-
stel de motor stopt en het laagwateralarm genereert.
Tijdbasis die de vertraging bepaalt van de pogingen om de
pomp opnieuw te starten na een alarm voor watertekort. Bij
elke poging wordt de vertragingstijd verdubbeld. Het maximum
aantal pogingen is 5.
Het wachtwoord voor het installateurniveau (niveau 1) (stan-
daard 001) kan worden gewijzigd met de ENT-toets.
Omschrijving
Type aangesloten motor en gebruikte regeling:
• Singlephase PSC Regeling voor eenfasige PSC-motoren.
• Threephase asyn. Regeling voor driefasige asynchrone motoren.
• Synchronous PM Controle voor permanente magneet synchrone motoren.
• Scalar V/f scalaire controle.
Nominale motorspanning volgens de gegevens op het gegevensplaatje.
De gemiddelde spanningsval over de omvormer ligt tussen 20 en 30 V RMS, afhankelijk van de
belastingsomstandigheden.
Verhoogde spanning bij het starten van de motor om het startkoppel te verhogen.
Neem contact op met de motorfabrikant voor meer informatie.
Nominale motorstroom volgens de gegevens op het gegevensplaatje verhoogd met 5%. De span-
ningsval over de omvormer kan resulteren in een stroomafname die groter is dan de nominale
motorstroom die op het gegevensplaatje wordt vermeld. Met de motorfabrikant moet worden overlegd
of deze overstroom kan worden verdragen.
Nominale frequentie van de motor volgens de gegevens op het gegevensplaatje.
Maximale frequentie waarmee u de motor wilt aandrijven. Verlaging van de maximale motorfrequentie
verlaagt de maximale stroomopname.
Minimale motor frequentie.
Wanneer dompelpompen met een Kingsbury-type stuwdruksysteem worden gebruikt, wordt aanbevo-
len niet onder 1750 tpm te gaan om het stuwdruksysteem niet te compromitteren.
Motorstartintegrator van minimumfrequentie (Min motor freq.) tot maximumfrequentie (Max motor
freq.).
Langzamere hellingen leiden tot minder belasting van de motor en de pomp en dragen daardoor bij
tot een langere levensduur. Omgekeerd zijn de responstijden langer.
Een te snelle opstartramp kan een overbelasting van de omvormer veroorzaken.
Motorstopintegrator van maximumfrequentie (Max motor freq.) tot minimumfrequentie (Min motor
freq.).
Langzamere hellingen leiden tot minder belasting van de motor en de pomp en dragen daardoor bij
tot een langere levensduur. Omgekeerd zijn de responstijden langer.
Te snelle stop-integratoren kunnen leiden tot overspanning in de omvormer als gevolg van het
regeneratieve effect.
1
2
3
4
5
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x