1: omvormer; 2: Pomp; 3: Terugslagklep; 4: Expansievat; 5: Portcullis; 6: Portcullis; 7: Druksensor; 8: D.O.L. pomp
controle apparaat.
WAARSCHUWING
Het verdient aanbeveling D.O.L.-pompen te besturen met speciale inrichtingen die niet alleen het
starten en het uitschakelen regelen, maar ook de voornaamste beveiligingen waarborgen (overbelas-
ting, drooglopen).
Nastec biedt hiervoor het PILOT-apparaat aan.
Tenslotte is het mogelijk het systeem uit te rusten met meerdere pompen in COMBO-modus en een of twee extra
D.O.L.-pompen die ingrijpen om aan een extra watervraag te voldoen.
1: omvormer; 2: Pomp; 3: Terugslagklep; 4: Expansievat; 5: Portcullis; 6: Portcullis; 7: Druksensor; 8: D.O.L. pomp
controle apparaat.
11.2. Pompunit met variabele snelheid en één of twee D.O.L.-pompen.
11.2.1. Werkingsprincipe.
De eenheid bestaat uit een door een omvormer geregelde pomp, voorzien van een druksensor, en één of twee
D.O.L.-pompen waarvan het in- of uitschakelen door de omvormer zelf wordt geregeld via schakelaars.
Wanneer er vraag is naar water, start de door een omvormergestuurde pomp (primaire pomp) altijd als eerste in de
unit. De snelheid varieert naar gelang van de vraag.
Naarmate de vraag toeneemt en de maximumfrequentie wordt bereikt, wordt het signaal gegeven om de eerste
D.O.L.-pomp te starten. (pomp D.O.L. 1) en tegelijkertijd verlaagt de pomp met variabele snelheid zijn frequentie.
Een bijkomende vraag naar water leidt tot een verhoging van de frequentie van de primaire pomp totdat, wanneer
de maximale frequentie is bereikt, het signaal wordt gegeven om de tweede D.O.L.-pomp te starten. (pomp D.O.L.
2).
De primaire pomp blijft werken met een variabele snelheid, afhankelijk van de onmiddellijke vraag naar water.
VASCO - VAriable Speed COntroller
1
3
2
7
6
8
2
3
6
8
3
2
6
1
2
3
6
7
1
3
2
7
6
8
3
6
2
4
5
4
5
47