Inhoudsopgave
Advertenties
11.3.5. Programmering van slave units.
Menu
Control. param.
COMBO
Control. param.
Indirizzo
Control. param.
Alternance
OPMERKING
Om een groep in COMBO-modus te starten of te stoppen, drukt u alleen op de START- of STOP-
knop op de hoofdeenheid.
OPMERKING
Om wijzigingen aan te brengen in de bedrijfsparameters van een COMBO-unit, is het raadzaam te
handelen op de master van de unit.
Bij het verlaten van het Master menu, wordt de programmering op afstand van de aangesloten slave
units gevraagd. Op die manier worden alle in de master ingestelde parameters ook naar de slaves
gekopieerd, met uitzondering van de parameter Indirizzo.
LET OP
Als het mastermenu wordt geopend, wordt de communicatie met de slave-units onderbroken en
wordt het alarm A13 NO COMMUNICATION geproduceerd. De communicatie wordt automatisch
hersteld door het menu van de master te verlaten.
WAARSCHUWING
In het geval van pompen in COMBO-modus, wordt aanbevolen de aansluitingen op de motor in
dezelfde fasevolgorde te maken. Op deze manier kunt u er zeker van zijn dat door het kopiëren van
de parameter Rotation sense van de master-unit naar de slave-units, alle pompen in de groep de
juiste draairichting zullen aanhouden.
11.3.6. Automatische hoofdwissel
In de COMBO-stand zal, indien een slave of de daarop aangesloten pomp uitvalt of in alarm komt, de unit met de
overige units blijven werken.
Als de master of de daarop aangesloten pomp uitvalt of alarm slaat, stopt het apparaat gedurende ongeveer 30
seconden en ontvangen de slaves het alarm A13 NO COMMUNICATION. Na het verstrijken van de wachttijd wordt
de slave met adres 1 de master en kan de groepsbediening worden hervat.
Zodra de master weer in de groep verschijnt, stopt de groep weer gedurende ca. 30 seconden en ontvangen de
master en slave 1 het alarm A12 ADDRESS ERROR.
Na afloop van de wachttijd wordt de master op adres 0 en de slave op adres 1 gezet, zodat de groep weer in
bedrijf kan gaan.
LET OP
Om de automatische vervanging van de master mogelijk te maken, moet de parameter Autorestart
worden ingesteld op ON.
Raak het toetsenbord van de apparaten niet aan tijdens de masterwissel. Anders wordt het proces
voor het wijzigen van de master onderbroken.
12. Werking bij constante differentiële druk
12.1. Inleiding
De omvormer kan de draaisnelheid van de pomp zodanig regelen dat in circulatiesystemen een constant drukver-
schil tussen de pompafvoer en de aanzuiging wordt gehandhaafd. Hiervoor wordt een verschildruksensor gebruikt
of als alternatief kunnen twee identieke druksensoren worden gebruikt, de ene in de aanzuigleiding en de andere
50
VASCO - VAriable Speed COntroller
Parameter
ON om te activeren.
van 01 tot 07.
ON om te activeren / OFF om te deactiveren. Het is mogelijk te bepalen welke ap-
paraten in de afwisseling moeten worden opgenomen en welke niet. Apparaten die
van de afwisseling worden uitgesloten, krijgen een opstartprioriteit op basis van hun
adres.
Waarde
Advertenties
Inhoudsopgave
