Voor
alle
werkzaamheden
verwarmingsinstallatie, moet de voeding worden uitgeschakeld (via
de juiste zekering of een algemene schakelaar, bijvoorbeeld) en
moet voorkomen worden dat deze kan worden ingeschakeld.
Bij een langdurige afwezigheid (weekend, vakantie): Zet de ketel uit.
Ketel met antivriesbeveiliging
- De omgevingsthermostaat of de regeling instellen: bijvoorbeeld
10 ºC.
- Bepaal de instelling P4 op 1 (zuinige modus); de warmhoudfunctie
zal dan uitgeschakeld worden.
De ketel zal dan uitsluitend ingeschakeld worden om zich tegen vorst
te beschermen.
18
Ketel MCR uit
aan
het
apparaat
LTALW7H000217a
MCR 24, 24/28MI, 30/35MI, 34/39MI
Ketel zonder antivorstbeveiliging
Indien het centrale verwarmingssysteem lange tijd niet gebruikt
/
de
wordt, wordt het aanbevolen de ketel spanningloos te maken.
- Sluit de gastoevoerkraan.
- Indien nodig: Leegmaken van de installatie.
26/02/07 - 300008489-001-C