REMKO serie VRS E
Werkwijze
Na het inschakelen van
de apparaten door het bedienen
van de bedieningsschakelaar in
de stand "Verwarmen" of "I"
schakelt de ventilatorbrander in.
Bij de 400 V-apparaatuitvoeringen
begint het controlelampje
"brander" op de schakelkast
te branden.
De brandkamer met warmtewisselaar
wordt nu verwarmd.
Na het bereiken van
de insteltemperatuur schakelt
de luchttoevoerventilator automatisch in.
Het controlelampje "Ventilator"
op de schakelkast begint in de 400
V-apparaatuitvoeringen te branden.
Er wordt warme lucht uitgeblazen.
Afhankelijk van de warmtebehoefte
wordt tijdens het bedrijf met
de ruimtethermostaat het
beschreven verloop automatisch
opnieuw herhaald.
Door de drievoudige
combicontroller of de viervoudige
combinatieregelaar vanaf VRS
75 E en de branderautomaat
(bestanddeel van de blaasunit-
brander) worden alle functies van
de apparaten volledig automatisch
uitgevoerd en veilig bewaakt.
Na het uitschakelen van de apparaten
middels de bedrijfsschakelaar
of door de ruimtethermostaat
loopt de luchttoevoerventilator
enige tijd na, tot de brandkamer
en de warmtewissleaar is afgekoeld
en schakelt dan automatisch uit.
LET OP
De apparaten mogen nooit vóór
het verstrijken van de algehele
nakoelfase (met uitzondering van
noodsituaties) worden losgekoppeld
van het elektriciteitsnet.
6
Bij eventuele onregelmatigheden
of het doven van de vlam wordt
de brander door de branderautomaat
uitgeschakeld en vergrendeld.
De storingslamp van
de branderautomaat en de rode
storingslamp "Brander" op
deschakelkast gaan bij de 400
V-apparaatuitvoeringen branden.
Een herstart kan alleen plaatsvinden
na het handmatig ontgrendelen van
de branderautomaat.
De
veiligheidstemperatuurbegrenzer (VTB)
onderbreekt de branderfunctie
bij oververhitting.
Handmatige ontgrendeling van de VTB
is pas mogelijk na afkoeling van het
apparaat.
De ventilatormotor in de 400
V-apparaatuitvoeringen wordt bewaakt
door een thermisch overstroomrelais.
Bij overbelasting van de motor wordt
de werking onderbroken door het
relais en gaat het rode storingslampje
"Ventilator" op de schakelkast
branden.
Ontgrendelen is pas na een reset van
het relais in de schakelkast mogelijk.
AANWIJZING
Voordat de branderautomaat
of het overstroomrelais wordt
ontgrendeld, moet altijd eerst
de oorzaak voor het uitschakelen
door storing worden vastgesteld.