REMKO serie VRS E
Verhelpen van storingen
Het apparaat start niet
Controleer de netaansluiting
■
ter plaatse
Controleer de zekeringen
■
in de schakelkast
(Alleen 400 V driefasige
uitvoering)
De bedrijfsschakelaar in stand
■
„I" resp. Verwarmen schakelen
Controleer of het
■
controlelampje „Brander"
op de schakelkast (alleen
400 V-uitvoering) brandt
Controleer
■
de thermostaataansluiting
of evt. de kabels van
de ruimtethermostaat
Controleer de instelling van
■
de ruimtethermostaat.
De ingestelde temperatuur
moet hoger zijn dan de
aanwezige ruimtetemperatuur
Controleer of de
■
veiligheidstemperatuurbegrenzer
(VTB) evt. is geactiveerd
LET OP
Voor onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden moet
het apparaat in principe van het
elektriciteitsnet worden losgekoppeld.
20
Evt. mogelijke oorzaken:
De apparaten kunnen niet
■
nakoelen als de elektrische
aansluiting onderbroken
is geweest.
Ook een korte onderbreking
van het elektriciteitsnet
kan tot activering van de
veiligheidstemperatuurbegrenzer
leiden
Te hoge uitblaastemperatuur
■
door onjuiste luchtgeleiding
of luchtroosterinstellingen
De ventilator werd
■
overbelast en het thermische
overstroomrelais van
de 400 V-uitvoering resp.
de thermische contacten
in de ventilatormotor van
de 230 V-uitvoering werden
geactiveerd
De V-snaar voor de aandrijving
■
van de ventilator zit los of
is defect
De luchtin- of luchtuitlaat is niet
■
vrij
Controleer de werking
■
en correcte instelling van
de temperatuurregelaar (TR)
Controleer de werking
■
en correcte instelling van
de temperatuursensor (TW)
LET OP
Voor de ontgrendeling van
een veiligheidsinrichting moet
de oorzaak van de activering
gelokaliseerd en opgelost worden.
De brander start niet
Controleer het oliefilter/
■
de oliefilters op vervuiling.
Vervuilde filter(s) vervangen
Controleer of de afsluitkraan
■
op het oliefilter is geopend
Het brandstofreservoir
■
controleren op voldoende
vulhoeveelheid
De brandstof en het filter
■
op afscheiding van paraffine
controleren
Onder 5 °C is al afscheiding van
paraffine mogelijk!
De olieslangen op
■
beschadigingen en dichtheid
controleren
Er wordt evt. lucht mee
aangezogen!
De veiligheidstemperatuurbegrenzer
■
(VTB) controleren
De temperatuursensor (TW)
■
controleren
AANWIJZING
Veiligheidsinrichtingen
mogen tijdens het bedrijf
van de apparaten niet worden
overbrugd of geblokkeerd!