REMKO serie VRS E
Reiniging en onderhoud
Om redenen van bedrijfsgereedheid,
functionele veiligheid, economische
efficiëntie en naleving van
de emissiegrenswaarden moet
de exploitant de installatie ten minste
eenmaal per jaar door een bevoegde
deskundige laten controleren.
LET OP
Voor onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden moet
het apparaat in principe van het
elektriciteitsnet worden losgekoppeld.
LET OP
Het is niet voldoende om het apparaat
alleen via de bedrijfsschakelaar uit
te schakelen!
Het complete apparaat, inclusief
■
warmtewisselaar, brandkamer
en ventilatorbrander moet
van aanhechtend stof en vuil
ontdaan worden
De verbrandingsresten
■
in de brandkamer en
in de warmtewisselaar moeten
met geschikte middelen worden
verwijderd
De V-riemspanning
■
en de motorbevestiging moeten
regelmatig gecontroleerd
worden
Slijtageonderdelen, zoals bijv.
■
rookgasremmen, afdichtingen,
oliefilterelement, oliesproeiers
enz. moeten gecontroleerd
en evt. vervangen worden
De onderhoudsinstructies
■
van de afzonderlijke
ventilatorbrander moeten
absoluut in acht genomen
worden
18
De begrenzing van het
■
rookgasverlies moet conform §
1 lid 1 van de verordening voor
kleine verbrandingsinstallaties 1e
BImSchV in acht worden genomen
Daarom is het absoluut noodzakelijk
■
dat naast de gebruikelijke
protocollen ook het bewijs wordt
geleverd van de werkzaamheden
die zijn uitgevoerd door bevoegd
vakpersoneel
LET OP
Instel- en onderhoudswerkzaamheden
aan het apparaat en aan
de ventilatorbrander mogen alleen
door bevoegd, vakkundig personeel
worden uitgevoerd!
AANWIJZING
Wij adviseren om voor
regelmatige onderhouds-
en reinigingswerkzaamheden
bij een erkend vakbedrijf
een onderhoudscontract
af te sluiten.
LET OP
Als de verplichte reinigings-
en branderinstellingsintervallen
niet in acht worden genomen,
vervalt enige aanspraak
op garantie!
AANWIJZING
Neem contact op met de
fabrikant van de apparatuur
voordat u de onderdelen
vervangt door andere
onderdelen of componenten
dan die welke in de
reserveonderdelenlijst worden
vermeld.
Roetafzetting
Al bij geringe roetafzetting op
de warmteoverdrachtsvlakken van
brandkamer en warmtewisselaar
wordt de warmteafvoer geïsoleerd.
Dit resulteert in een verslechtering
van het rendement van
de verbranding.
Een roetlaag van 1 mm dik
zorgt al voor een toename
van de rookgastemperatuur
van ca. 50 K
(zie diagram).
Roetlaagdikte [mm]
Zoals hieruit blijkt, zijn optimale
branderinstellingen en regelmatig
onderhoud van essentieel
belang voor het behoud van
de economische efficiëntie
en de emissiegrenswaarden.