De capillaire buizen en
■
voelers van de drievoudige
combinatieregelaar
op beschadiging en correcte
positionering van de voelers
controleren
Controleer of het storingslampje
■
van de branderautomaat brandt
Indien het storingslampje
■
brandt, de branderautomaat
door op de storingsknop
te drukken ontgrendelen
Het storingslampje gaat uit en
de brander probeert te starten!
Bij de apparaten VRS 25 E en
■
50 start de brander afhankelijk
van de olievoorverwarming
met vertraging (alleen
bij branderlevering af fabriek)
LET OP
Als de brander na het starten
echter een storing meldt, mag
nogmaals een ontgrendeling
worden uitgevoerd na een
wachttijd van 5 minuten.
Verdere ontgrendelingen
moeten absoluut achterwege
blijven, aangezien er gevaar
op verbranding bestaat.
De luchttoevoerventilator
start niet
De bedrijfsschakelaar in stand "II"
resp. „Ventileren" schakelen.
De luchttoevoerventilator moet
nu opstarten!
230 V-
uitvoering
Indien dat niet zo is:
Controleer de netaansluiting ter
■
plaatse
De ventilator en aandrijving
■
op soepel lopen controleren
De V-snaar van
■
de ventilatoraandrijving
controleren
De elektrische leidingen
■
op de ventilatormotor
op beschadigingen controleren
Controleer of de ventilator
■
werd overbelast en het
thermische overstroomrelais
van de 400 V-uitvoering resp.
de thermische contacten
in de ventilatormotor in
de 230 V-uitvoering geactiveerd
werden
De bedrijfscondensator
■
van de ventilator van
de 230 V-uitvoering controleren
AANWIJZING
Als alle functiecontroles
zonder resultaat worden
uitgevoerd, neem dan
contact op met een bevoegd
servicestation.
LET OP
Reparatiewerkzaamheden
aan de elektrische installatie
400 V-
en de brander mogen om
uitvoering
wille van veiligheidsredenen
uitsluitend worden uitgevoerd
door gekwalificeerd personeel.
LET OP
Instel- en onderhoudswerkzaamheden
aan het apparaat en aan
de ventilatorbrander mogen alleen
door bevoegd, vakkundig personeel
worden uitgevoerd!
21