Melding
Oorzaak
Verbindingsprobleem Probleem op de connectiviteitsprintplaat in
het product.
Verbindingsinstellin-
De verbindingsinstellingen zijn hersteld van-
gen hersteld
wege een storing.
Kwaliteit signaal
De connectiviteitsprintplaat in het product is
slecht
verkeerd aangebracht.
Het product bevindt zich in een verkeerde
positie, de behuizing van het product is naar
beneden gericht of gekanteld.
Melding
Oorzaak
Geen lussignaal
De voedings- of laagspanningskabel is niet
aangesloten.
De voedings- of laagspanningskabel is be-
schadigd of niet aangesloten.
De begrenzingsdraad is niet aangesloten op
het laadstation.
De begrenzingsdraad is beschadigd.
Het product heeft geprobeerd te starten,
maar bevindt zich niet in het laadstation en
de
ECO-modus is ingeschakeld.
Een gedeelte van de begrenzingsdraad be-
vindt zich over het andere gedeelte van de
begrenzingsdraad van en naar een eiland.
Probleem met de koppeling tussen het pro-
duct en het laadstation.
Interferentie door metalen voorwerpen zoals
hekwerk, wapeningsstaal of ondergrondse
kabels in de buurt.
Het product bevindt zich te ver van de be-
grenzingsdraad.
Maaier gekanteld
Het product is meer gekanteld dan de maxi-
male hoek.
1298 - 007 - 16.09.2020
Actie
Start het product opnieuw op. Indien het pro-
bleem zich blijft voordoen, neem dan contact
op met uw erkende servicemonteur.
Controleer de verbindingsinstellingen en wij-
zig de instellingen indien nodig.
Controleer of de connectiviteitsprintplaat cor-
rect is aangebracht. Indien het probleem zich
blijft voordoen, neem dan contact op met uw
erkende servicemonteur.
Plaats het product in de juiste positie.
Actie
Als de led-statusindicator op het laadstation
niet brandt, betekent dit dat er geen voeding
is. Controleer de aansluiting op het stopcon-
tact en de aardlekschakelaar. Controleer of
de laagspanningskabel is aangesloten op het
laadstation.
Vervang de voeding of de laagspanningska-
bel.
Sluit de begrenzingsdraad aan op het laad-
station. Vervang de stekkers indien deze be-
De begrenzingsdraad in-
schadigd zijn. Zie
stalleren op pagina 21 .
Controleer de led-statusindicator op het laad-
station. Als de begrenzingsdraad beschadigd
is, vervangt u het beschadigde gedeelte door
een nieuwe begrenzingsdraad.
Plaats het product in het laadstation, start het
product en sluit het deksel.
Leg de begrenzingsdraad in de juiste richting
De begrenzingsdraad in-
rond het eiland. Zie
stalleren op pagina 21 .
Plaats het product in het laadstation en maak
Een nieuw lussig-
een nieuw lussignaal. Zie
naal maken op pagina 26 .
Verplaats de begrenzingsdraad en/of maak
eilanden in het werkgebied om de signaal-
sterkte te verhogen.
Breng de begrenzingsdraad zo aan dat alle
delen van het werkgebied zich minimaal 15
m/50 ft. van de begrenzingsdraad bevinden.
Verplaats het product naar een vlak gebied.
Probleemoplossing - 43