A
B
A) Startpunt
B) Minimale afstand 60 cm/2 ft (loodrecht op de
geleidingsdraad). Als de afstand kleiner is, wordt het
kalibratieproces onderbroken. Voor de grootst mogelijke
doorrijbreedte moet een minimale afstand van 1.35 m /
4.5 ft worden aangehouden. Zie
pagina 24 .
3.10.7.1 Het beginpunt instellen
Toegang krijgen tot het
1.
Voer stappen 1-3 uit in
menu op pagina 24 .
2.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
Instellingen > Installatie > Startpunt
menustructuur
te doorlopen.
3.
Gebruik de pijltoetsen om de afstand in cm te
specificeren.
4.
Druk op de knop TERUG.
3.10.8 De functie Rijd over draad
De voorzijde van het product beweegt zich altijd over
een bepaalde afstand langs de begrenzingsdraad
voordat het product weer naar het werkgebied beweegt.
De fabrieksinstelling is 32 cm/ 12 inch. U kunt een
afstand van 20-40 cm/ 8-15 inch selecteren.
Let op:
Als de afstand voor de functie
wordt gewijzigd, verandert de afstand overal in het
werkgebied langs de begrenzingsdraad.
3.10.8.1 De functie Rijd over draad instellen
Toegang krijgen tot het
1.
Voer stappen 1-3 uit in
menu op pagina 24 .
2.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
Instellingen > Installatie > Rijd over
menustructuur
draad te doorlopen.
3.
Gebruik de pijltoetsen om de afstand in te stellen.
4.
Druk op de knop TERUG.
3.10.9 ECO-modus
Wanneer de
ECO-modus is geactiveerd, schakelt deze
het signaal uit in de begrenzingslus, de geleidingsdraad
en het laadstation wanneer het product geparkeerd staat
of wordt opgeladen.
1298 - 007 - 16.09.2020
Let op:
besparen en interferentie met andere apparatuur, zoals
ringleidingen of garagedeuren, te voorkomen.
Let op:
te starten, drukt u op de knop STOP voordat u het
product uit het laadstation verwijdert. Zo niet, dan kan
het product niet worden gestart in het werkgebied.
3.10.9.1 De ECO-modus instellen
1.
2.
Geleidingskalibratie op
3.
4.
3.10.10 Botsingen met het maaierhuis
vermijden
Als u een maaierhuis hebt geïnstalleerd (beschikbaar
als accessoire), neemt de slijtage van het product en het
maaierhuis af wanneer u
vermijden selecteert.
1.
2.
3.
Let op:
geselecteerd, kan dit ertoe leiden dat het gras rond het
laadstation niet wordt gemaaid.
Rijd over draad
3.10.11 Vorstsensor
Het gras is extra gevoelig voor slijtage als het terrein
met rijp is bedekt. Als de
mag het product het gras niet maaien als de
temperatuur lager is dan 5 °C / 41 °F.
Let op:
er kan een vertraging zijn ten opzichte van de
omgevingstemperatuur.
3.10.11.1 De vorstsensor instellen
1.
2.
ECO-modus om energie te
Gebruik de
Om het product handmatig in het werkgebied
Voer stappen 1-3 uit in
Toegang krijgen tot het
menu op pagina 24 .
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
Instellingen > Installatie > ECO-
menustructuur
modus te doorlopen.
ECO-modus te selecteren.
Druk op OK om de
Druk op de knop TERUG.
Botsingen tegen het huis
Toegang krijgen tot het
Voer stappen 1-3 uit in
menu op pagina 24 .
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
menustructuur
Instellingen > Installatie >
Maaierhuis > Botsingen tegen het huis vermijden
te doorlopen.
Druk op de knop TERUG.
Botsingen tegen het huis vermijden is
Als
vorstsensor is geactiveerd,
De vorstsensor bevindt zich in het chassis en
Toegang krijgen tot het
Voer stappen 1-3 uit in
menu op pagina 24 .
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
menustructuur
Instellingen > Installatie >
Vorstsensor te doorlopen.
Installatie - 29