13
Inspectie en onderhoud
13.1 Onderhoudsfrequentie
Mantel verwijderen Figuur 13.1.a
13.2 Controle voor inbedrijfname
Werkzaamheden aan de ketel mogen alleen door gekwalifi ceerd personeel met
gekalibreerde apparatuur plaats vinden.
Bij vervanging van onderdelen mogen uitsluitend originele A.O.Smith Service-
onderdelen toegepast worden. Neem hiervoor contact op met A.O. Smith.
Controleer bij inspectie en onderhoud van de ketel tevens de gasinstallatie en het
rookgasafvoersysteem op lekkages en andere onvolkomenheden en herstel deze
om de gehele installatie in goede en veilige conditie achter te laten.
Voor installaties tot en met 100kW:
Dit heeft betrekking op ketels met 4000 bedrijfsuren per jaar.
Bij max. 4000 bedrijfsuren moet een inspectie uitgevoerd worden.
Bij max. 16.000 bedrijfsuren of max. 4 jaar, wat als eerste voordoet, moet onderhoud
worden uitgevoerd.
Bij intensiever gebruik en/of sterke vervuiling en/of andere omstandigheden dient
frequentie van onderhoud te worden geïntensiveerd. Neem hiervoor contact op met
A.O.Smith voor nader advies.
Voor installaties meer dan 100kW:
Inspectie- en onderhoudsinterval zoals beschreven bij installaties tot en met 100kW,
echter voor verwarmings- en stooktoestellen met een nominaal vermogen van meer dan
100 kW zijn er vanuit de overheid binnen de BEMS wetgeving specifi eke regels opgesteld,
zogenaamde SCIOS regelgeving. De eigenaar/beheerder is verantwoordelijk voor het
naleven van deze regels die met name betrekking hebben op onderhoud en inspecties.
Indien door de EBI/PI inspecteur geen inspectie- en onderhoudsinterval is aangegeven
dient minimaal aan bovenstaande interval voldaan te worden.
Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden moeten in alle gevallen volgens het
onderhoudsvoorschrift uitgevoerd worden. In dit installatievoorschrift zijn enkele
werkzaamheden beschreven. Zie voor de volledige inspectie- en onderhoudsvoorschriften
de Zoekhulp Upsilon.
De gaskraan moet, in geval van werkzaamheden aan de ketel, worden gesloten en
tegen openen geborgd worden.
Om onderhoud aan de ketel te kunnen verrichten moet de mantel verwijderd worden.
De mantel is met 4 geborgde snelsluitingen vergrendeld. Verwijder eerst de schroeven
uit de snelsluitingen, open de snelsluitingen, til de mantel aan de onderzijde op en neem
deze naar voren weg (zie fi guur 13.1.a).
Het wijzigen van instellingen zoals branderdruk en afstelling van de luchthoeveelheid
zijn overbodig. Alleen bij storing aan of vervanging van gasblok, venturi en/of ventilator
moet de nuldrukregeling en het O
worden (zie Zoekhulp).
Controleer na (onderhouds-)werkzaamheden aan de ketel altijd alle gasvoerende
delen op dichtheid (d.m.v. lekzoekspray).
percentage gecontroleerd en zonodig afgesteld
2
49